Als je deze strook ziet is het best mogelijk dat onze website niet optimaal functioneert of zelfs niet werkt bij bepaalde onderdelen. Je gebruikt best een recente versie van Chrome, Firefox, Safari of Edge.

Contact | Secretariaat
Martine Pollier
Zandstraat 324, 8200 Brugge
T +32 50 322 420
info@archipelvzw.be

Lezing

NU architectuuratelier

Over eigen werk
Donderdag
29.01 2009
20:30

Anders dan het gros van de jonge Vlaamse architectuurbureaus met spartaanse attitudes, streeft NU-architectuuratelier uiteindelijk een abstractiegraad na waarin vanzelfsprekendheden op de helling worden gezet en waarin eerlijkheid van het materiaal in het eindbeeld is terug te vinden eerder dan het expressief maken van het maakproces.

Materialiteit en tactiliteit staan momenteel hoog genoteerd bij architect, binnenhuisarchitect en ingenieur. In eerste instantie is het moeilijk te verklaren hoe deze hernieuwde interesse in materialiteit het architectuurlandschap is binnengestroomd. Net alsof architectuur, op een of andere mythisch moment in het verleden, ooit heeft kunnen bestaan zonder deze bouwelementen. Toch zijn er een enkele tendenzen of verklaringen waar te nemen.

In de eerste plaats creëert de huidige standaardisatiecultuur voor de architect een overladen en tegelijk lege ruimte. In deze leegte is het moeilijk te differentiëren tussen producten en is het nog zwaarder om een inherent gebruik toe te kennen. Maar door sommige architecten wordt deze ‘leegte’ aangegrepen als een ‘speelruimte’ boordevol nieuwe vrijheden. Dankzij de parallel lopende technologische vooruitgang (customized standardisation) verbreden deze architecten het gebruik van binnenuit, gaan zij over de grens van de waargenomen verarming heen en vormen ze bestaande materialen eerder om dan ze te vermijden of te negeren. Door de technologische vooruitgang vervolgens manifesteert het verlangen naar ‘nieuwe materialiteit’ in combinatie met tactiliteit en textuur zich integraal in de huidige media- en imagocultuur. Tenslotte is het toch soms precies deze geësthetiseerde, overdreven voorstelling van materiaaleigenheid dat doet hunkeren naar die bouwelementen die ooit werden beschouwd als ‘eerlijke’ materialen.

Dergelijk materiaalonderzoek met verweven sociale, politieke, economische en bovenal intellectuele context is onmiskenbaar een vorm van speurwerk in de productiecultuur van het jonge Gentse NU-architectuuratelier1. Volgens een ideologie die vergelijkbaar is met deze van het Italiaans constructivisme, hebben Armand Eeckels (°1973) en Halewijn Lievens (°1975) zelfs een ‘manifest van de materie’ neergepend2. Deze “rules of engagement” zijn dan weer niet zo militant opgevat als ze overkomen, want door ze te poneren, stellen Eeckels en Lievens ook elk van de elf beloftes meteen in vraag. Daarmee geven ze aan dat de geest van het architectuuratelier zeer relativerend en daarom ook intuïtief blijft.

De intuïtieve insteek is tevens terug te vinden in de (absoluut moeilijk te googlen) naamgeving van het architectuuratelier: NU, waarbij ze zich niet vastenten op een bepaald moment of stijl binnen de architectuurgeschiedenis. Met de bewust gekozen aanduiding ‘architectuuratelier’ tonen de jonge vorsers aan dat zij in hun werkruimtes ook de leegte tussen het ontwerpen en de uiteindelijke vervaardiging invullen met een maakproces doorspekt met beslissingen. Van concept naar vorm naar concept. Isoleren en terug relateren. Net zoals dit bij hun architectuurproces gebeurt tussen context en object.

Anders dan het gros van de jonge Vlaamse architectuurbureaus met spartaanse attitudes, streeft NU-architectuuratelier uiteindelijk een abstractiegraad na waarin vanzelfsprekendheden op de helling worden gezet en waarin eerlijkheid van het materiaal in het eindbeeld is terug te vinden eerder dan het expressief maken van het maakproces. Aan het einde van de rit blijft het mysterie van de vervaardiging fascinerend. Armand en Halewijn gooien zich met een onvoorwaardelijk enthousiasme op hun erg diverse opdrachtenportefeuille zonder daarbij hun ontwerpen als een ultieme oplossing te pretenderen.

De Archipel-lezing zal plaatsvinden in het kantoor/huis Linq in Sint-Denijs-Westrem3, waarvoor Armand Eeckels en Arunas Arlauskas in 2006 een nominatie voor de Mies Van der Rohe Award in de wacht sleepten. Na dit overweldigende succes hebben Armand Eeckels en Halewijn Lievens grote opdrachten kunnen binnenhalen. Hieronder scharen zich het masterplan voor de opstelling van de beurs Interieur ’06 (i.s.m. Doorzon), C-tour, Manchester en Diamant, die elk op hun beurt vaste denkpatronenen overstijgen. C-tour is een winnend ontwerp voor een ondergrondse belevingsruimte op de oude mijnsite van Winterslag in Genk. Deze toeristische route langsheen het ondergrondse mijnverleden zal de hoogste schachtblok van België ontsluiten voor het publiek4. Hoewel Eeckels en Lievens geen scenografen zijn, hebben zij deze toeristische ‘attractie’ naar de hand gezet als een ‘promenade architecturale’ waarbij fysische en ruimtelijke ervaringen worden gekoppeld aan een inhoudelijk parcours. Het beschermde Manchestergebouw, een vroegere textielfabriek op de Sint-Antoniuskaai te Gent, is een van de getuigen uit de tijd dat Gent het Manchester van het vasteland was. NU-architectuuratelier kreeg de opdracht woningen te voorzien op het dak, ‘een dienstentoren’ uit te werken, een ondergrondse parking te organiseren en het terrein aan te leggen. Tevens is het atelier bij de restauratie (door architectenbureau Romain Berteloot) betrokken voor advies en controle inzake de latere toevoegingen. Voor de diamantwijk te Antwerpen treedt NU op als bemiddelaar tussen de diamantsector die de diamantwijk wil beveiligen en het Stadsbestuur die in Antwerpen net openheid promoot.

Maar ondanks deze klinkende opdrachten, blijft NU-architectuuratelier openstaan voor kleinschalige uitdagingen die dwarszitten en conflict uitlokken zoals de creatie van een wasbakje en fietsroutes in West-Vlaanderen. Het ‘maken’ blijft een onderdeel van het architectuuratelier onder de vorm van stalen en prototypes die niet alleen worden ontwikkeld voor eigen projecten, maar ook voor externe projecten waar beide partners voeling mee hebben5. Voor hen moet schoonheid ontstaan vanuit de logica van het maakproces. Deze eerlijkheid en de openheid voor groot- en kleinschalige projecten, siert hun vurige bescheidenheid.

Dominique Pieters

1 NU-architectuuratelier werd in 2004 opgericht door Arúnas Arlauskas (°1967), Armand Eeckels (°1973) en Halewijn Lievens (°1975) in Gent. Zij studeerden allen aan de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst, Departement Architectuur, campus Sint-Lucas Gent. Arúnas verliet het architectuuratelier in 2007.

2 Armand Eeckels en Halewijn Lievens, ‘Manifest van de materie’: koesteren van het misverstand / lang leve het conflict / respect voor de spelers / ordening en controle / èn èn èn / uitvoering als noodzaak / kracht van het gebaar / de conditie van het materiaal / architectuur in de diepte / licht / in het weekend wordt er niet gewerkt.

3 Stefaan Devoldere, Kantoorwoning Linq, in: A+ nr. 198, p. 46-49?.

4 C-tour sluit aan op het C-mine project van 51N4E.

5 Voor Xaveer De Geyter Architecten ontwikkelde NU-Architectuuratelier epoxy doorkijken die zijn ingegoten in de betonnen buitenwand van de verbouwing van de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst, campus Sint-Lucas Gent, Zwartezustersstraat/Ingelandgat.