Als je deze strook ziet is het best mogelijk dat onze website niet optimaal functioneert of zelfs niet werkt bij bepaalde onderdelen. Je gebruikt best een recente versie van Chrome, Firefox, Safari of Edge.

Contact | Secretariaat
Martine Pollier
Zandstraat 324, 8200 Brugge
T +32 50 322 420
info@archipelvzw.be

Lezing

Bogdan & Van Broeck

LAND USE & DENSITEIT door Leo Van Broeck
Donderdag
25.02 2016
20:00
Turbinezaal De Centrale

Met de steun van:

Dè uitdaging voor onze overbevolkte en te klein geworden planeet is een totale herschikking van ons ruimtegebruik. Specifiek voor Vlaanderen is de diagnose dubbel pijnlijk: meer dan 32% bebouwde oppervlakte, en bovendien is dat gebeurd op de meest gefragmenteerde manier. Leo Van Broeck reflecteert over ruimtegebruik en densiteit en koppelt dit aan eigen werk.

Dè uitdaging voor onze overbevolkte en te klein geworden planeet is een totale herschikking van ons ruimtegebruik. Specifiek voor Vlaanderen is de diagnose dubbel pijnlijk: meer dan 32% bebouwde oppervlakte, en bovendien is dat gebeurd op de meest gefragmenteerde manier. Iedereen woont zowat overal, het verkavelingsmodel heeft de steden doen leeg lopen en het platteland kapotgemaakt. Bovendien is dit zowel ecologisch als economisch totaal nefast. We zijn Europees recordhouder op vele vlakken. Door ruimtelijke fragmentatie zijn we te veel aangewezen op de auto. We hebben het grootste aantal uren file per werknemer, en het grootste aantal km weg en uitrusting (riolering, waterleiding, gas, kabel, etc) per wooneenheid. We hebben te veel bestuurlijke entiteiten en het grootste percentage politici en ambtenaren.

In Vlaanderen worden per jaar tussen de 8.000.000 en de 23.000.000 dieren doodgereden. Een migrerend landdier kruist bij ons gemiddeld alle 300 m een weg. We hebben een abnormaal hoog energieverbruik per eenheid van Bruto Nationaal Product, vooral door onze autoafhankelijke mobiliteit en de verwarming van vrijstaande bebouwing. Ons openbaar vervoer is bij de duurste en minst performante in Europa, niet vanwege incompetentie bij de vervoersmaatschappijen maar wel vanwege de onmogelijkheid van hun opdracht. Sommigen denken dat ‘groene’ technologie alles zal oplossen, maar dat is niet zo. Een passieve vrijstaande woning in een auto-afhankelijke verkaveling heeft een ecologische voetafdruk die 2 à 3 keer groter is dan die van een niet-geïsoleerde 19e-eeuwse woning in de stad. De impact van mobiliteit en infrastructuur is zo groot dat je dat nooit meer kan compenseren met isolatie, zonnepanelen, warmtepompen en andere energiezuinige technieken.
BOGDAN & VAN BROECK
Men focust nu veel te veel op klimaat, CO2, energieverbruik, enz. terwijl men de fundamentele onderliggende oorzaken blijft negeren: overbevolking enerzijds en overmatig grondgebruik anderzijds. Als we niet oppassen zijn we op de meest ‘klimaatvriendelijke’ manier alsnog de wereld verder aan het kapotbouwen. Teveel grond is ingenomen voor menselijke activiteit. Een ecosysteem overleeft als 25 à 30% van zijn vruchtbare gronden niet gebruikt worden door de dominante soort. In Vlaanderen is nog geen 2% van de oppervlakte natuurreservaat, dat zou 25 à 30% moeten worden. Sommigen denken dat wij wat meer grond mogen gebruiken vanwege onze hoge bevolkingsdichtheid, maar dat verhaal klopt niet. Eigenlijk is onze bevolkingsdichtheid zeer laag. Over de oppervlakte van heel ons land gemeten hebben we weliswaar de 3e-hoogste bevolkingsdichtheid in Europa, maar we spreiden die schampere 11 miljoen inwoners uit over zoveel bouwgrond dat we – binnen de bebouwde fractie gemeten – qua dichtheid op de 32e plaats komen, zijnde 4e laatste! Het aantal mensen per bebouwde hectare is in ons land al decennia lang aan het dalen. Een land dat het in Europa veel beter doet is het Verenigd Koninkrijk: 28% beschermd natuurgebied en – binnen zijn bebouwde fractie – een zeer hoge dichtheid. Als België binnen zijn bebouwde zone dezelfde dichtheid had, dan woonden er vandaag geen 11 maar wel 17 miljoen mensen, zonder één bijkomende m2 open ruimte in te moeten nemen…
Bovendien is door de versnippering onze huisvesting onbetaalbaar geworden. Wonen ‘op den buiten’ is enkel schijnbaar goedkoper op het moment van aankoop. Inclusief de mobiliteits- en infrastructuurkosten voor bewoners èn voor de overheid, is het verkavelingsmodel vele malen duurder dan de stad. Het feit dat we het hoogste belastingspercentage ter wereld hebben volgt grotendeels uit ons onbetaalbaar ruimtelijk model.
BOGDAN & VAN BROECK
Verdichting gecombineerd met mobiliteitsgestuurde ontwikkeling is dus om meerdere redenen urgent. Momenteel hebben we geen grote steden, geen compacte dorpen èn bijna geen natuur meer. We moeten naar meer stad, meer dorp en meer platteland. Wonen in het groen moeten blijven kunnen, maar dan zonder vrijstaande woningen. Dorpen worden dan – als een ‘Mont Saint Michel in het groen’ – micro-steden omringd door natuur en landbouw. Alle kernen en knooppunten die qua openbaar vervoer goed ontsloten zijn, kunnen verder verdicht worden. Al het ‘gruis’ aan verkavelingen, gehuchten, en de lintbebouwing ertussen moet op een termijn van 50 jaar verdwijnen. Als men dat doet met een slim systeem van grondruil en opdrijven van de grondwaarde door op geselecteerde locaties veel hogere dichtheden toe te laten, dan wordt de krimp van onze bebouwde footprint de economisch meest rendabele vastgoedoperatie van de komende decennia. Bovendien zorgen compacte woongebieden voor meer menselijke interactie, nabijheid van voorzieningen, en is het wonen er ronduit plezieriger. Dichtheid – gecombineerd met een goede mix van functies – is ook een manier om mensen opnieuw te leren samenleven, om opnieuw een solidaire gemeenschap op te bouwen.
BOGDAN & VAN BROECK
In ons bureau proberen we deze inzichten zo consequent mogelijk toe te passen. We weigeren al meer dan 10 jaar resoluut om nieuwe vrijstaande woningen te bouwen, of om nieuwbouw te doen op greenfields of op auto-afhankelijke locaties. Eigenlijk is heel onze sector (architecten, stedenbouwkundigen, ontwikkelaars, enz.) al jaren medeplichtig aan ruimteverkwisting. Het is niet omdat iets mag van de regelgeving dat het ‘juist’ is. We hebben de deontologische plicht om het algemeen belang (en survival van het ecosysteem hoort daar duidelijk bij) te laten voorgaan op het privaat belang; En aangezien wij niet verkozen moeten worden, zullen we ook minder afgestraft worden als we gaan dwarsliggen. We kunnen niet langer de inzichten negeren die zich vanuit onze vakkennis en beroepservaring steeds duidelijker aftekenen. De schaarste van de beschikbare ruimte heeft ons beroep totaal getransformeerd. Architectuur is voor een groot stuk stedenbouw geworden. Architecten hebben het potentieel om – van de meest medeplichtige ruimteverkwisters – te evolueren naar de makers van een duurzame toekomst. Het gaat niet meer om esthetiek, innovatie, design, enz. Het gaat om het opereren aan- en in onze biosfeer, een levend lichaam dat heel ziek is. Daarom ook doen we naast concrete bouwopdrachten ook masterplannen, haalbaarheidsstudies en sensibiliseringscampagnes rond verdichting en zuinig grondgebruik. En ook als we les geven aan architecten en ruimtelijke planners focussen we heel sterk op land-use en kwalitatieve stedelijke verdichting.

Leo Van Broeck (BOGDAN & VAN BROECK)