Als je deze strook ziet is het best mogelijk dat onze website niet optimaal functioneert of zelfs niet werkt bij bepaalde onderdelen. Je gebruikt best een recente versie van Chrome, Firefox, Safari of Edge.

Contact | Secretariaat
Martine Pollier
Zandstraat 324, 8200 Brugge
T +32 50 322 420
info@archipelvzw.be

Lecture

international influences in Antwerp Modernism

By Els Spitaels
Friday
21.01 1994
20:30

What was the situation in Antwerp at the time of modernism, and typically in the work of Leon Stijnen, Paul Smekens, W. Van Den Broeck, Van Averbeke, Van Steenbergen and others?

Els Spitaels gaat in op de situatie in Antwerpen en daarin het werk van architekten als Leon Stijnen, Paul Smekens, W. Van Den Broeck, Van Averbeke, Van Steenbergen en andere.

De verwerking van internationale invloeden in het Antwerps modernisme

Tussen de twee wereldoorlogen ontwikkelt zich ook in Antwerpen een ‘moderne architektuur’. Zowel in openbare gebouwen als in privé woningen breken kenmerken van de internationale stijl door. Toch heeft het Antwerpse modernisme een eigen, bijna eclectisch karakter: het is een opvallende dekoratief baksteenmodernisme, geenszins puristisch, maar doordrongen van een burgerlijke degelijkheid en een sterke zin voor gezelligheid en komfort. Daar waar de internationale beweging haar pijlen richt naar het kollektieve, vinden we hier de zuiverste uitdrukking van het zoeken naar een nieuwe levenswijze in de individuele woningen. De ontwikkeling van die specifieke vormentaal in de twintiger jaren gaat samen met de aktiviteiten van een beperkte artistieke avant-garde, die op haar beurt geïnspireerd wordt door het aktivisme, en ook door de theosofie.

Dat impliceert dat het Antwerpse modernisme zich grotendeels ontwikkelt in vrijzinnige kringen, waar het ook zijn kliënteel vindt. Dat verklaart ook de nauwe band met de Nederlandse en Duitse humanitair-expressionistische strekkingen binnen het modernistische spektrum. In de dertiger jaren blijft die voorkeur bestaan, hoewel een nieuw realisme – voor-zichtig- zijn intrede doet. De artistieke bekommernissen maken plaats voor een meer zakelijke geest; het ‘Nieuwe Bouwen’ in Antwerpen is echter veel minder radikaal dan het Nederlandse voorbeeld. We herkennen, tekenend voor de latente voorkeur voor een expressieve architektuur, invloeden van Dudok en Mendelsohn, maar nu ook van Le Corbusier. De nieuwe stijl wordt nu ook door het Stadsbestuur – met burgemeester Huysmans en hoofdarchitekt Van Averbeke – aanvaard voor o.a. enkele schoolcomplexen. De tweede wereldoorlog maakt een abrupt einde aan dat nieuwe élan.

Els Spitaels
Els Spitaels werd in 1972 architekt aan het N.H.I.B.S. te Antwerpen.
In 1981 behaalde ze een licentie in de Kunstgeschiedenis aan de V.U.B. met een eindverhandeling over ‘Utopisch Urbanisme na de tweede Wereldoorlog’. Na haar stage bij Georges Baines werd ze in ’74 zelfstandig architekt (samenwerking met Paul Spaepen en Georges Baines). Vanaf ’77 werd ze stadsarchitekt te Antwerpen. Sinds ’81: docent bouwkunstgeschiedenis aan het N.H.I.B.S., Antwerpen. ’84-‘88: voordrachthouder aan de Academie te Antwerpen. Sinds 1989 is Els Spitaels voltijds docent Architektuur-, Kunst- en Kultuurgeschiedenis aan het Henry Van de Velde Instituut, Antwerpen.
Publikaties:
“Le Corbusier en de wortels van het purisme” in: Le Corbusier te Antwerpen, Antwerpen 1987 (tentoonstellingskatalogus).
“Residenties en paviljoenen” in: De stoute jaren ’58 ’68, Leuven 1988 (red. Jan Ceuleers).