Als je deze strook ziet is het best mogelijk dat onze website niet optimaal functioneert of zelfs niet werkt bij bepaalde onderdelen. Je gebruikt best een recente versie van Chrome, Firefox, Safari of Edge.

Contact | Secretariaat
Martine Pollier
Zandstraat 324, 8200 Brugge
T +32 50 322 420
info@archipelvzw.be

Lezing

Kunio Maekawa & Le Corbusier

Door Hera Van Sande
Donderdag
24.02 2011
19:30

Zoektocht van een natie naar haar architecturale identiteit

Kunio Maekawa (1905-1986) was de eerste Japanse architect die einde jaren twintig bij Le Corbusier werkte in het atelier in de rue de Sèvres 35. Op dat ogenblik profileerde Le Cobusier zich als een rebellerende voorvechter van de modernistische architectuur. Deze intense periode liet een immense indruk na op Maekawa die sterke affiniteiten voelde met de modellen van zijn leermeester. In navolging van ‘son père’ werd hij in Japan beschouwd als culturele kruisvaarder in een anti-modernistisch politiek klimaat.

Japan had immers tot diep in de negentiende eeuw in de feodaliteit geleefd. Een isolatie-politiek van 250 jaar liet toe een geheel eigen Japanse cultuur, afgesloten van de buitenwereld, te ontwikkelen. Onder Amerikaanse druk opende Japan in 1853 de poorten voor het Westen. Zich bewust van de enorme achterstand luidde de keizer in 1868 het tijdperk van de Verlichting in. Modernisering werd gelijkgesteld aan verwestersing. Tal van specialisten uit het buitenland werden naar Japan gehaald om de feodale maatschappij over de gehele lijn tot een geïndustrialiseerde natie om te vormen. Door de verwestersing op grote schaal werden aanvankelijk alle traditionele waarden overboord gegooid. Begin twintigste eeuw, in een verwesterst Japan, zijn het westerse architecten, zoals Frank Lloyd Wright, Bruno Taut, Richard Neutra die de Japanners attent maken op de kwaliteiten en verfijning van hun traditionele cultuur die in het kielzog van de modernisering verloren is gegaan. Deze architecten legitimeerden hun nieuwe moderne architectuur via de intrinsieke kwaliteiten van de traditionele Japanse architectuur, die een soort modernisme avant-la-lettre in zich had. Toen in de jaren twintig een gemis aan een uitdrukking van een Japanse eigenheid in de architectuur ontstond, begon men aan een lange zoektocht om de traditie een plaats te geven binnen de gemoderniseerde staat met haar vernieuwde technologieën. Op het ogenblik dat Maekawa zijn intrede doet, heerst er een nationalistische sfeer ondergedompeld in traditionele vormentaal. Japanse architecten trokken massaal naar Europa om zich de nieuwe technologieën eigen te maken en een nieuwe vormentaal te onderzoeken. Peter Behrens, Walter Gropius, De Stijl, Le Corbusier e.a. vormden met hun oeuvre en geschriften een belangrijke voedingsbodem voor deze zoektocht naar een eigen stijl. Dit leidde uiteindelijk tot het Japanse modernisme. De evolutie in het werk van Kunio Maekawa, geënt op de modellen van Le Corbusier en toch doordrongen van Japanse ruimtelijkheid, speelt hierin een cruciale schakel. M.F. Ross aarzelt niet hem ‘de onbetwiste vader van de moderne Japanse architectuur’ te noemen.