Als je deze strook ziet is het best mogelijk dat onze website niet optimaal functioneert of zelfs niet werkt bij bepaalde onderdelen. Je gebruikt best een recente versie van Chrome, Firefox, Safari of Edge.

Contact | Secretariaat
Martine Pollier
Zandstraat 324, 8200 Brugge
T +32 50 322 420
info@archipelvzw.be

Reis

Finland

Het Lage Licht
08.03 12.03 2000
Jyväskylä, Säynätsalo, Tampere, Prikkala, Normarkky, Turku, Paimo, Hvittrask, Otamiemi, Helsinki, Tapiola, Vantaa
Finland

Alhoewel het in hoofdzaak een Aalto-reis wordt, hebben we toch heel wat boeiende en indrukwekkende architectuur ontdekt, zowel uit de periode voor als na en zelfs hedendaags.

Alhoewel het in hoofdzaak een Aalto-reis wordt, hebben we toch heel wat boeiende en indrukwekkende architectuur ontdekt, zowel uit de periode voor als na en zelfs in onze traditie hedendaags. Enkele namen : Lars Sonck, Geselius-Lindgren-Saarinen, Eric Bryggman, Juha Leiviskä, Aarne Ervi, Gullishen, Vormala, Heikinnen en Komonen. Voor velen misschien vandaag namen zonder veel betekenis, maar na de reis worden ze wellicht even vertrouwd als Fernando Tavora of Eduardo Souto de Moura”.

“Aalto Alvar, eigenlijk Hugo Alvar Hendrik (°Kuortane, 3 februari 1898). Fins architect en ontwerper van meubelen. Na zijn architectendiploma behaald te hebben in Helsini, waar hij werkte onder leiding van Lindgren, legde hij zich toe op het bouwen van landhuizen, fabrieken, theaters, kerken en andere gebouwen. Van zijn activiteit als meubelontwerper getuigen de houten Artek-meubelen. Hij was achtereenvolgens gevestigd te Jyväskylä (ca. 1924), Turku (1927) en later Helsinki, waar hij een door hem ontworpen, slechts weinig bekend huis bewoonde.” Zo staat vermeld in de Grote Winkler Prins (editie 1974).

De Alvar Aalto reis (maar liefst 28 werken) brengt ons in een doorsteek door Finland, een bijna chronologisch overzicht van zijn belangrijkste werk. De stopplaatsen zijn: Jyvâskylâ, Sâynätsalo, Tampere, Prikkala, Noormarkky, Turku, Paimo, Hvittrask, Otaniemi en Helsinki. Een serieuze tocht doorheen een (hopelijk) besneeuwd landschap, badend in een laag licht. Het werk van Aalto is architectuurgeschiedenis. Gecanoniseerd (terecht) als een van de grootste architecten van deze eeuw, is zijn invloed op generaties archi-tecten niet meer te meten.Van 1923 (start van zijn carrière in Jyvâskylâ) tot zijn laatste werk in dezelfde stad (twee jaar na zijn dood voltooid in 1978) heeft hij een baanbrekend oeuvre gerealiseerd die men ter plaatse moet ervaren om de essentie ervan te begrijpen. Hoe rationaliteit met humanisme werden verzoend, modernisme met traditie, cultuur met natuur … Welke relatie er met het landschap aangegaan wordt. Hoe lichtinval een ruimtelijke beleving dient. Hoe concepten coherent samenhangen van site tot detail …

Het werk van Aalto wordt vanzelfsprekend aangevuld met werk van tijdgenoten zoals Bryggman … (waarover een voordrachtavond in december, het te weinig gekend maar ongemeen boeiend werk zal toelichten). Maar ook aan recent werk van Finse architecten (Heikinnen & Komonen, Tommilla, Kaarina Löfström, Leiviskâ, Aithaho & Viljanen enz…) wordt aandacht besteed.
Ook recent werk van Steven Holl, die ons in Japan reeds verraste, komt aan bod.

Vijf dagen die beklijven … De architectuurreis had een hoog Archipel-gehalte. Honderd gemotiveerde reizigers die (opnieuw) een onwaarschijnlijk programma relaxed deden verlopen. Een gedreven reisleiding.

Drie layers :

  • Een zorgvuldig afgewogen overzicht van 100 jaar architectuur-geschiedenis vanaf de schilderachtige Finse romantiek in Hvittrask (1900 Giselius-Lindgrau-Saarinnen) tot het recente lumineuse Kiasma museum in Helsinki (1998, Steven Holl).
  • Een quasi chronologische greep uit het veelzijdig oeuvre van Alvar Aalto in essentiële stappen vanaf de vroege ‘workersclub’ in Jyvakyla (1924) tot Finlandia in Helsinki (1971).
  • Derde layer : 1000 kilometer zonovergoten sneeuwlandschappen van eindeloze bossen en dichtgevroren meren. Natuur in pure ongeciviliseerde gedaante tot de stedelijke cultuur van royale boulevards in Helsinki.

Stadstheater (Aalto 1964)– (werd voltooid tussen 1977 en 1982).
De ruimtelijke schakelingen binnen dit gebouw typeren Aalto ten volle. Geen axiale routes, geen symmetrieën maar een constante schroefbeweging die de ruimte steeds om de volgende hoek voert en naar omhoog aanzuigt met licht. De lage intieme onthaalruimte vloeit gradueel naar het hoge auditoriumfoyer. De ruimtes groeien in onthaal, licht en feestelijkheid. Nergens monumentaliteit maar een natuurlijke routing en een vanzelfsprekende begeleiding van inkom tot auditorium. De gevels hebben een (op de Finse berkenstammen geïnspireerde) textuur van verticale faïence ribbels.

In een stadstour enkele vroege werken: overgang tussen classicisme en functionalisme (huis voor spoorwegarbeiders 1924, Defence Corps Building 1926).

Het museum van Centraal Finland (Aalto 1978) met subtiel zenitaal verlichte tentoonstellingsruimten en het museum Alvar Aalto (1971) zijn geen ultieme meesterwerken, maar de tentoonstelling brengt een indrukwekkend overzicht van het oeuvre van Aalto. Zoektocht naar het humaniseren van het modernisme, naar een architectuur die zich inlaat met emotie, atmosfeer, intuïtie. De omvang en veelzijdigheid van het hier bijeengebrachte werk doet duizelen.

De Worker’s Club (Aalto 1924)
Eerste serieuze opdracht in een classicistische sfeer waarin evenwel reeds een afwijkende routing wordt geënsceneerd. Zoektocht naar een eigen taal, nog beladen met Italiaanse reissoeveniers en verwijzend naar Asplund. De trapschakel tussen onthaal en foyer en de planorganisatie zijn reeds interessante voorlopers van later werk.

De universiteit van Jyväskylä (Aalto 1951)
Een campus als een dorp in het bos. Een setting van berkenbomen, blinde muren in rode bakstenen (verticaal gesneden,geplooid, of door beglaasde muren van het maaiveld omhoog getild). Gefragmenteerde en in elkaar gebrachte gebouwenclusters grijpen rond semi omsloten buitengebieden. Royaal foyer leidt via met berkenstammen afgezete trappen naar de zenitaal verlichte auditoria. Restaurant met dominante houten spanten ademt de tijdsgeest. De rest van de campus lijkt een tijdloos, bijna mediteraan dorp.

Het stadhuis van Säynätsalo (Aalto 1948).
Dat fotografie een schamel middel is dat er nooit in slaagt architectuur weer te geven, blijkt ook hier weer. Dit complex is wereldberoemd, maar pas ter plaatse ervaart men het wonder. Bakstenen cluster tussen de sprietige berkenbomen. Omhoog getild binnenplein ingekaderd tussen een U-vormige laagbouw, bekroond door het raadszaalvolume. Een vierde vleugel los er tegenaan. Een trapsekwentie leidt het intieme binnenplein op. Een briljante sfeerwisseling van waardige monumentaliteit tot intieme beslotenheid. Een zonovergoten L-vormige quasi huiselijke gang voert naar de helverlichte opgang tot de raadszaal. In de hoge zaal slaat de lichtintensiteit volledig om. Via lattenroosters in een gevelopening wordt hier een camera obscura gecreëerd. De oogpupillen krijgen hier intense ervaringen. De ruimte is haast mystiek. De materialiteit van de rode bakstenen gevels, muren en vloeren en houten schrijnwerk omhult de bezoeker met warmte. Het ogenblik (zon, sneeuw) kon niet beter worden gekozen.

Het Sanomat krantenkantoor (Aalto 1928).
Het eerste echte modernistisch werk in zijn oeuvre is meteen reeds een rijp werk met hoog Bauhausgehalte. De kleurencomposities van het gelakte interieur van blauwgrijs naar bruin, de design van handgrepen, deuren, meubelen, lampen, ademen een perfecte jaren 20-sfeer.

De begraafkapel van Brygman (1938).
Met de voordracht hierover in november, waren de verwachtingen hooggespannen. Het bezoek overtreft. De inplanting op de heuvel, de toegangsweg erheen, de anonieme gevel … En dan plots zijn interieur met adembenemende sferen van rust en spanning. Een hoogst ongewone combinatie van een hoog gesloten volume met scherend licht achter het altaar, en een opengesneden laag volume met royaal licht en wijds zicht over het bos. De subtiele schuine opstelling van de banken helpen het oog mee te verdwalen van altaar naar bos. Van mystiek naar het leven. Als begraafkapel met zijn symboliek van dood en hoop, blijkt hier een emotionele en geniale plek gecreëerd, gewijd aan het lage licht.

Kapel van het Heilig Kruis van Pitkaenen (1964).
Een begraafkapel uit de jaren 60 in een zeer gave landschappelijke ordening. Een kruis, een vlakte. Horizontaal laag zwevende lineaire betonvlakken op centrale kolommen vormen de toegangspaden tot de lage betonvolumes. De architectuur is autonoom, totaal onthecht, waardig, sereen. De kapel is spaarzaam verlicht door scherpgesneden zenitale openingen in de dakrand, in de flank en boven het altaar. De sfeer is mystiek, contemplatief.

De universiteitscampus (Aalto 1949-65).
Het technologie gebouw (1965) met zijn spievormig grondplan en zijn concaaf koperen dak, beneden uitlopend in een amfitheater, vormt een geniaal orgelpunt en focus van een royale landschappelijke zetting van bakstenen gebouwen, afgewerkt met graniet en koper …. Aalto zover het oog reikt …. Gebouwen die als natuurlijke clusters verankerd zijn in de subtiele niveauverschillen van het beboste terrein. Het verbluffende interieur van de auditoria kijrgen we slechts spieksgewijs te zien (het is examen). De bibliotheek (1965) is een beheerste orchestratie van routing, ruimte en licht.

Dipoli study and conference center (Pietilä 1961).
Staat iets verderop. Een getormenteerd gebouw van gekloven gevels op ruwe rotsblokken. Een architectuurstorm van brutalistisch geweld.

Studentenkapel (Heiki Siren 1957).
Het contrast met hetgeen volgt is groot. Een rustig voorplein met een klokketoren in zwarte berkenstammen. Een donkere lage inkomhall …en dan de kapel. Een doos met zadeldak op lichte spanten. De ruimte daalt af naar de altaarwand die volledig beglaasd is en een frontaal zicht biedt op het besneeuwde bos waarvoor een eenzaam kruis gepositioneerd staat. Humane eenvoud. Less is more. Meer moet dat niet zijn. (Ando heeft hier ongetwijfeld veel geleerd).

De eigen woning van Alvar Alto (1934).
Een opvallend bescheiden woning eigenlijk. Gesloten naar de straatkant. Geschakeerd en royaal op de tuin gericht aan de zuidkant. Een combinatie tussen orthodox functionalisme en een romantische Aalto die voor zichzelf een menselijke leefplek creëert.

De studio van Alvar Aalto (1954),
Staat enkele straten verder. De werkruimtes liggen nog bezaaid met plans en maquettes alsof het bureau nog in volle activiteit is. Een stichting doet hier thans archiveringswerk. De werkruimte van Aalto zelf is het verrassende resultaat van complexe ruimtelijke experimenten : door licht zinderende werkplek, uitkijkend op een binnenkoer getransformeerd in een soort antiek openluchttheater.

Finlandia Hall (Alvar Aalto 1971).
Het magistrale gabariet van dit met Carrara bekleedde complex domineert de site. De concaaf uitgesneden holle gevels aan de uitloper ervan zijn ongemeen elegant. Het interieur is opnieuw ruimtelijk gemanipuleerd. In elkaar hakende ruimteclusters, aangezogen door licht. Sculpturaal gemodeleerde zaalflanken en plafonds. Een landschap van zitvelden. De grootschaligheid maakt het minder grijpbaar.

Chiasma museum (Steven Holl 1958).
Holl creëerde hier een zeer elegant museum in een combinatie van architecturale expressie en terughoudendheid. Schitterend ingeplant op de boulevard. Twee balken. Een lagere, rechte met inox bekleedde balk. (overdag een gloed). Een hogere balk, getordeerd in plan, en gekromd in snede, loopt uit in een beglaasde kop, geflankeerd door regliet (’s nachts een gloed). De spievormige onthaalruimte zuigt het boulevardleven aan. Een hellingsbaan, in een adembenemend dynamisch perspectief, leidt naar boven naar een schakel van rustig gedimensioneerde (telkens licht verschillende) kamers die elkaar opvolgen. Hier treedt de architectuur terug in neutraliteit en trekt de fraaie collectie alle aandacht.

Vijf dagen in de ban van Aalto. Zijn humaan modernisme, van sites tot meubels, zijn organische composite vormen en ruimten, blijven mentaal hangen. De revelatie van het ter plaatse ervaren van werken die men enkel op papier kende. Wat ook blijft hangen, is het lage licht en zijn poëtische captatie – niet alleen in Aalto’s werk – maar ook in dat van Brygman, Siren, Pitkaenen, Leiviskä …
Licht als een zachte stroom, zorgvuldig binnengehaald, genuanceerd, gescreend, gereflecteerd, ambient in de ruimten gevoerd, of in het landschap door berkenstammen gefilterd … Fins licht, laag, schaars, … dus kostbaar …

Marc Felix

Reisbegeleiders: Wim Supply & Gery Vandenabeele.

Programma

D1

Lahti
Church of the Cross – Alvar Aalto, 1969
Jyväskylä
Workers Club – Alvar Aalto, 1923
University of Jyväskylä – Alvar Aalto, 1951
Museum of Central Finland – Alvar Aalto, 1957
Theatre – Alvar Aalto, 1964
Police Station – Alvar Aalto, 1967
Alvar Aalto Museum – Alvar Aalto, 1971
Office Building – Alvar Aalto, 1978
Centre of Culture and Administration – Alvar Aalto, 1978

D2

Säynätsalo
Town Hall – Alvar Aalto, 1948
Tampere Cathedral – Lars Sonck, 1902
Tampere Railway station – Flodin+Seppala, 1934
Prikkala church – Käpy & Simo Paavilainen, 1994
Noormarkky
Villa Mairea, Alvar Aalto, 1937
Turku
Grand Hotel Börs – F. Strandell, 1905
Atrium Flats – Bryggman, 1922
Standard Apartment Building – Alvar Aalto, 1927
Hospits Betel – Bryggman, 1927
Turun Sanomat Office – Alvar Aalto, 1928
Kinopalatsi Cinema – Erik Bryggman, 1935
Funeral Chapel – Erik Bryggman, 1938
Funeral Chapel – Pitkaenen, 1968
Museum Sibelius – W. Baeckman, 1968
University extension – Nurmela-Raimoranta-Tasa, 1986
University extension – Aarne Ervi, 1998
Atletic Stadion – Nurmela-Raimoranta-Tasa, 1989
Music conservatorium – Laiho-Pulkinen-Raunio, 1995

D3

Paimio
Sanatorium
Hvittrask, 1901
Houses of the Architectscommunity – Eliel Saarinen, Hermann Giselius & Armas Lindgren.
Espoo
University of Otaniemi
Otahalli Sports Centre – Alvar Aalto, 1949
Electric Power Plant – Alvar Aalto, 1960
Shopping Center – Alvar Aalto, 1960
Otaniemi Maintenance – Alvar Aalto, 1964
University Of Technology Hoofdgebouw – Alvar Aalto, 1965
Library – Alvar Aalto, 1965
University City – Hotel For Students – Alvar Aalto, 1965
Dipoli Study and Conference Center – Piëtilä, 1961
Chapel for Students – Siren, 1957

D4 + D5

Helsinki
Aalto’s private House – Alvar Aalto, 1934
Savoy Restaurant interior – Alvar Aalto, 1937
National Social Insurance Institute – Alvar Aalto, 1948
Studio Aalto – Alvar Aalto, 1954
House Of Culture – Alvar Aalto, 1958
Enso-Gutzeit-Head Office – Alvar Aalto, 1960
Artec Shop – Alvar Aalto, 1962
Finlandia Hall – Alvar Aalto, 1971
Pohjola Fire Insurance C° Building – Eliel Saarinen, 1898
Finnish National Museum - Gesellius-Lindgren-Saarinen,1902
Stock Exchange + Adlon Hotel – Lars Sonck, 1916
Parliament Building – Siren + Pitkänen, 1923
Olymp Stadion Paavo Nurmi – Lindegren-Jeantti, 1934
Unic Computers Helin – Tuomo Siitonen, 1989
Corpor Headquaters Aspo Group – Söderlund + Eskelinen, 1989
Ministry of Foreign Affairs – Jokela-Kareoja, 1993
Vallila Library & Day Care Centre – Leiviskä, 1984
German Embassy – Leiviskä, 1993
Kiasma Museum of Contemporary Art Kiasma – Steven Holl, 1996
Myyrmaeki-church and Parish Centre – Leiviskä, 1984
Heureka-Finn Scientific Centre – Heikkinen-Komonen, 1988
Administration Center – Centre Tower Tapiola – Ervi, 1961
Cultural Center Tapiola – Sipinen, 1989
Biocentre Helsinki University – Kaarina Löfström, 1995
Pop & Jazz Conservatorium – Tommila Architects, 1995
Apartment House – Aithaho & Viljianen, 1994
Nokia Headquarter – Heikinnen & Komonen, 1999
Mc Donalds Headoffice – Heikinnen & Komonen, 1998