Als je deze strook ziet is het best mogelijk dat onze website niet optimaal functioneert of zelfs niet werkt bij bepaalde onderdelen. Je gebruikt best een recente versie van Chrome, Firefox, Safari of Edge.

Contact | Secretariaat
Martine Pollier
Zandstraat 324, 8200 Brugge
T +32 50 322 420
info@archipelvzw.be

Lezing

Fala atelier (PT)

Filipe Magalhães en Ana Luisa Soares aan het woord
Vrijdag
19.10 2018
20:00

In samenwerking met:

Met de steun van:

Fala Atelier is een enthousiast jong bureau uit Portugal dat op een bijzonder creatieve manier kleine en niet evidente ruimtes transformeert tot sprankelende wooneenheden.

In 2012 richtten Filipe Magalhães en Ana Luisa Soares het atelier Fala op. Een jaar later vervoegt Ahmed Belkhodja het team. Vanuit hun thuisbasis in Porto streeft het bureau er vooral naar om een zo ongekunsteld mogelijke architectuur te brengen. Het atelier werkt met een methodisch optimisme aan een zeer breed scala van projecten gaande van woonruimtes tot en met het bedenken van nestkastjes. Fala’s projecten zijn een medley van formele talen, referenties, kleuren, ontleende elementen en thema’s, steeds gedreven door een drang naar duidelijkheid. Hun architectuur is zowel hedonistisch en post-modern als intuïtief en retorisch. Naïviteit, intuïtie en welsprekendheid helpen hen bij de ontwikkeling van de projecten. Hun portfolio bestaat vooral uit renovaties van huurappartementen in het historische centrum van de stad.

De vele gesprekken die nodig zijn vooraleer een ontwerp op papier staat, inspireerden Filipe Magalhães en Ana Luisa Soares om zichzelf Fala te noemen – ‘informeel gesprek’ in het Portugees.
Fala Atelier is een enthousiast jong bureau dat op een bijzonder creatieve manier kleine en niet evidente ruimtes transformeert tot sprankelende wooneenheden. Door de gevolgen van de economische crisis in Portugal werden zij vooral beperkt tot renovatie- en herinrichtingswerken maar sinds kort staat ook hun eerste huis in werf! Fala laat zich ook opmerken door het vertalen van hun architectonische ideeën in beklijvende beelden. Hiervoor maken zij gretig gebruik van digitale collages en andere soortgelijke representatie tools.

Omwille van de mix die zij maken tussen architectuur, design en interieur brengen wij dit jonge populaire bureau op de Biënnale Interieur Kortrijk gecombineerd met de Week van Ontwerpen. Verrassend en meer dan de moeite om met hen kennis te maken op vrijdag 19 oktober.

Vertaling van het interview dat Anna Rowell van MVTjournal met hen had:

Anna Rowell: U definieert zichzelf als een ‘naïeve architectuurpraktijk’. Wat betekent naïviteit in uw praktijk en in uw fysische en visuele ontwikkelingen?

FA: Wij geloven dat naïviteit een ‘state of mind’ is. We houden van architectuur, in het bijzonder van onberekenbare architectuur, en we nemen graag risico’s. Het gaat er ons niet om om iets juist of fout te doen, we genieten gewoon van wat we doen.

AR: Jullie architectuurpraktijk werd nog geen vijf jaar geleden opgericht. Wilden jullie als opkomende architectuurpraktijk een bepaalde identiteit creëren voor uzelf?

FA: Niet echt. We doen wat we doen, omdat we het altijd gedaan hebben, en we hebben geen verborgen agenda. Nu onze producties coherenter zijn, proberen we te begrijpen vanwaar we komen en waar we naartoe willen, maar dit was nooit gepland in ‘een laboratorium’.
Wij zijn bezig met onze eerste publicatie en het is heel interessant om ons eigen werk te bestuderen als uitgevers en na te denken over hoe we het willen presenteren als een klein oeuvre. We kijken terug naar alles wat we tot nu toe produceerden. Ik denk dat we binnen een paar maanden uw vraag beter zullen kunnen beantwoorden…
Onze ‘visuele stijl’ is de manier waarop wij het beste onze ideeën kunnen uitdrukken. Het kan omschreven worden als droge zwart-witte lijntekeningen met persoonlijke scenario’s van bewoonde ruimtes. Mogelijke levensstijlen in abstracte kamers. Ze zijn gedurfd en precies. Ze hebben ook een bepaald seks-appeal. Het gebeurt heel natuurlijk.

Dit geeft ons een identiteit maar het helpt ons vooral om te communiceren. Uiteindelijk gaat het ons om de ruimtes die wij maken, de verwezenlijking van onze architecturale ideeën. Plannen en beelden zijn een middel tot het doel. We weten dat veel mensen nu de neiging hebben om ons te identificeren met onze collages en plannen, en dat kan soms afleidend zijn, maar we vinden het niet erg: quid pro quo.

AR: Veel van uw afbeeldingen vertrouwen op collages om ruimtelijke ideeën over te brengen. Hoe wordt dit aan elkaar naaien van fragmenten en verwijzingen in een afbeelding een instrument om fysieke ingrepen in de gebouwde omgeving te stimuleren: een samengestelde collage van bewonen, verhalen, fysiek gebouwde vormen, context en plaats?

FA: Onze architectuur is gefragmenteerd en toch absoluut. Om te beginnen definiëren we een heel duidelijk verhaal voor elk project, zelfs voor kleine renovaties. Deze ideeën kunnen gaan over eenheid of fragmentatie maar ze zijn altijd complexe additieve systemen. De manier waarop we architectuur maken, voeden de beelden die we creëren, en op dezelfde manier stimuleren de beelden die we creëren de architectuur die we maken. De boeken in ons boekenrek zijn de brandstof voor nieuwe verhalen: het stimuleren van de creativiteit, de vormen, de details, de kleuren. Artistieke referenties zijn samengevoegd in generieke irrelevante ruimtes in onze projecten. Rousseau was puur naïef, en Hockney beeldde op een vage en intrigerende manier een bepaalde menselijke toestand uit via de LA levensstijl. Alles is al uitgevonden — wij maken een nieuwe cocktail met bestaande ingrediënten.

AR: Collages zijn inherent geabstraheerde lagen van informatie, maar is het mogelijk om schaal, materialiteit en ruimtelijke hiërarchieën af te leiden van jullie illustraties/afbeeldingen ...

FA: We houden niet van het woord “illustratie/afbeelding”, of zelfs het woord “image”, om onze collages te omschrijven. Wij zouden liever spreken van “portretten”. Afbeeldingen en tekeningen vullen elkaar aan en spreken elkaar tegen. Samen ontvouwen ze elk project als een reeks van visuele metaforen. Collages zijn impressionistische expressies, tekeningen zijn bevroren retoriek: rationeel en soms ondraaglijk in hun ernst.

AR: Precieze uitvoeringen communiceren vaak expliciet besliste ideeën zonder ruimte voor interpretatie, terwijl verschillende publieken jullie beelden onvermijdelijk elk op een andere manier lezen. Gebruiken jullie deze speelse beelden als een instrument om bepaalde grenzen te verleggen, om nieuwe ideeën te stimuleren en om risico’s te nemen — een reactie op de huidige manier van architecturale visualisatie?

FA: zeker. Deze beelden zijn op de een of andere manier losgekoppeld van de realiteit. Ze tonen meer dan een kamer of een vervolmaking. Ze zijn speculatief, omdat we meestal niet eens weten wie in de ruimtes die we voorstellen zal wonen. Ze staan ook ver van de werkelijkheid, omdat hun geometrie niet precies is en omdat de texturen en materialen onvolmaakte afbeeldingen zijn. Hierdoor bevatten zij minder ‘besliste’ informatie dan een exacte weergave, maar geven zij eigenlijk meer informatie door, niet alleen de ruimte te tonen, maar de ideeën achter de ruimte over te brengen. Op deze manier duwen zij het project vooruit op architecturaal niveau, niet op een “afwerking en photoshop-filter” niveau.

Vage en speculatieve beelden zijn sterkere hulpmiddelen dan vaste, fotorealistische voorstellingen. Hun onzekerheden brengen een noodzakelijke interpretatie teweeg: ze maken een afstand van de realiteit. Collages citeren, stelen en combineren referenties terwijl ze zoeken naar schoonheid op een pure en naïeve manier. Door dit proces van visuele constructie groeit fascinatie : de manipulatie van de fragmenten in een wereld vol met referenties. Met een intellectuele intentie, zijn de collages een fragiel en bescheiden voorstellingsoefening, het huwelijk tussen de architectonische rationaliteit en de onstandvastige schoonheden van de realiteit.

AR: Uw afbeeldingen tonen vaak de manier van wonen en het beroep, wat bepaalde verhalen lijkt te anticiperen. Ben je al verrast geweest van de manier waarop de mensen de ruimtes uiteindelijk gebruiken?

FA: Ja, soms. Sommige werden veel interessanter dan wij ze uitgedacht hadden, anderen het tegenovergestelde. De speculaties geven ons de mogelijkheid om te anticiperen op bepaalde scenario ‘ s en test ruimte door voorstellingen van de vormen, afwerkingen, elementen, enz. Maar toch is de idee hetzelfde: we definiëren een canvas, en de gebruikers zijn nu de actoren van hun eigen spel…

mtvjournal