Als je deze strook ziet is het best mogelijk dat onze website niet optimaal functioneert of zelfs niet werkt bij bepaalde onderdelen. Je gebruikt best een recente versie van Chrome, Firefox, Safari of Edge.

Contact | Secretariaat
Martine Pollier
Zandstraat 324, 8200 Brugge
T +32 50 322 420
info@archipelvzw.be

Lecture

Coussée & Goris (BE)

Identity unfolded
Thursday
09.10 2008
20:30

With the support of:

Architecture by nature encapsulates space and directs every move. In their quest to smooth fluidity of space, the architects Ralf Coussée and Klaas Goris irons the folds in the urban territory with public intimacy.

Architectuur blikt van nature ruimte in en dirigeert elke beweging. In hun zoektocht naar fluïditeit van ruimte strijken de architecten Ralf Coussée en Klaas Goris de vouwen in het stedelijke territorium glad met publieke intimiteit. Hun werk straalt een dergelijke persoonlijkheid uit dat de gebouwde openbare objecten alle onwezenlijk broze verlangens van de gebruiker en de passant in hun poriën lijken te willen opnemen. Het architectenduo herdenkt architectuur nu eens vanuit de kunst, dan weer vanuit de materie, een andere keer vanuit de geometrie of de tijd. Maar doorgaans ontstaat hun oeuvre uit een soort heroïsch gevecht tussen al die thema’s, terwijl de materie en de logica van de constructie in de eerste plaats de sporen dragen van scherpe dialogen met concepten. Materie en stedebouw, wonen en tijd lijken dan op de tekentafel tegen elkaar op te botsen, ze interfereren met elkaar tot een voorlopige evenwichtstoestand. Het begrip ‘ruimte’ is hierbij zo open geconcipieerd dat het is beladen met betekenissen binnen de dimensie van de subjectieve en persoonlijke ervaring, zoals herinneringen en relaties die steeds verschillend zijn, ongewoon, uniek.

Op z’n minst verrassend is het dat het Gentse architectenduo Ralf Coussée (°1959, Roeselare) en Klaas Goris (°1960, Brussel) buiten de Vlaamse architectenkring nauwelijks naam en faam kent. Dit is zeker toe te schrijven aan het gegeven dat Coussée & Goris de voorbije jaren niet meteen het opvallendste architectenbureau bij wedstrijden is geweest. Schreeuwerige en hapklare sterarchitectuur wordt door hen verworpen ten gunste van puurheid en contemplatie, een houding waarbij de essentie van typologie, materiaal en ruimte centraal staat. “Alleen een alerte verbeelding en een onderscheidend oog kunnen de genereuze ruimtelijkheid opmerken, de consistente wijze waarop de dingen in elkaar worden gezet, het geniale ‘knutselwerk’ en de montage van materialen die telkens weer een nieuwe gedaante krijgen”1. Bijkomend speelt zeker de bescheidenheid van het kiene koppel een rol. Pas gerealiseerde ontwerpen worden door hen vaak uitdrukkelijk enkele jaren uit de pers geweerd tot ze hun nut en inpassing hebben bewezen. Voor hen is het wachten tot de projecten rijp genoeg zijn om hun identiteit te ontvouwen.

Nu ook algemeen hun oeuvre door de jaren heen voldoende betekenislagen heeft vergaard, was de tijd gekomen om een diepgaand en verfrissend architectuurboek –hier is bewust niet de term ‘monografie’ gehanteerd- te creëren. Dit volume, uitgegeven door Ludion in 2006, toont telkens twee projecten in relatie tot elkaar en in combinatie met een verrassend beeldend of literair element zoals een inventarisatie van populierenbossen of een verlammend gedicht. Aan de hand hiervan tonen de ontwerpers aan dat architectuurprojecten eerst moeten worden geladen met intensieve dialogen tussen verschillende rakende disciplines, om ze vervolgens van elke versiering te ontdoen. Het boek illustreert op een geslaagde manier de opvatting van Ralf Coussée en Klaas Goris dat architectuur geen kwestie is van oprichten, maar van reduceren. Coussée & Goris componeren. Ze schuiven met vlakken en volumes, spelen met ritmiek en fragmentatie, herdenken typologieën, reduceren totdat de essentie van materiaal en ruimte overblijft. En dit alles met een pure, technisch hoogstaande detaillering die in dienst staat van de stilte.

Net zoals het boek een kantelmoment in de architectuurpraktijk van Ralf Coussée en Klaas Goris toont, onthullen ook hun laatst gerealiseerde projecten een verbluffende rijpheid. De Katoenspinnerij Lindelei in Gent (2000-2006) en de Transfosite in Zwevegem (2005-) zijn beide renovaties die op een erg uiteenlopende manier zijn aangepakt. Waar de eerste –een oefening in stedelijke verdichting- met kleine, maar toch indrukwekkende ingrepen op bijna onzichtbare wijze een vervallen katoenspinnerij omtovert tot een comfortabele woonentiteit, ontsluiten de ruimtes van de Transfosite zich met een zeer sterke architectuurtaal die de intrinsieke monumentaliteit en architectonische kracht van het terrein weet bloot te leggen.

Niet onbelangrijk is tevens dat het bureau in 2006 haar krachten bundelde met RCR Arquitectes uit Catalonië - rond het ontwerp voor een crematorium in Holsbeek - zonder hun persoonlijk karakter en ontwerpbenadering op te geven.

De jury die aan Ralf Coussée en Klaas Goris op 4 februari 2008 de CultuurPrijs Vlaanderen 
Architectuur 2007 heeft toegekend2, was van mening dat het prententieloze project De Boerekreek te Sint-Jan-in-Eremo (2003-2007) als het voorlopige hoogtepunt in hun carrière kan worden beschouwd. Meer dan in enig ander project van Coussée & Goris spelen hier de natuur en het cultuurlandschap van Vlaanderen een cruciale rol. Het indrukwekkende beschermde landschap met kreken, dijken en polders verdraagt niet zomaar dat erin wordt gebouwd. De architectuur van het U-vormige complex lijkt dan ook een weerspiegeling te zijn van de ritmisch aangeplante populierenrijen, terwijl het centrale plein het gebouw in de natuur laat overvloeien. Voor de manège is de ritmiek van de klassieke stallen met gescheiden paardenboxen om landschappelijke 
redenen aangepast. Uit de golvende beweging van het dak “spreekt zo’n indrukwekkende elegantie en plasticiteit dat de boer die Klaas Goris voor ogen had, ongetwijfeld een Zwitser uit de streek van Chur moet zijn geweest”3. Het elimineren van afwerking is een constante in het werk van de architecten Coussée en Goris, zodat hun oeuvre is gekenmerkt door eerlijke gebouwen die ook door hun detaillering respect afdwingen.

Ralf Coussée en Klaas Goris anticiperen als architect zeer sterk op de menselijke vervaardiging van bouwelementen en gebruik van de ruimtes. “Deze architecten zoeken niet obsessioneel naar een absolute radicale modernistische vernieuwing, maar naar een absolute oorspronkelijkheid wat hen uitdaagt om zelf ook authentiek en origineel werk te maken”4.

Dominique Pieters

1 Uit: Koen Van Synghel, Coussée & Goris architectuur, Ludion, 2006, isbn 78-90-5544-591-2.

2 De jury bestond uit: Oana Bogdan, Guy Châtel, Jo Crepain, Maarten Delbeke, Stefaan Devoldere, Roeland Dudal, Katrien Embrechts en Dominique Pieters. Voorzitter van de jury: Paul Vermeulen.

3 Uit: Koen Van Synghel, Coussée & Goris architectuur, Ludion, 2006, isbn 78-90-5544-591-2.

4 Uit: Koen Van Synghel, Coussée & Goris architectuur, Ludion, 2006, isbn 78-90-5544-591-2.