Carlos Arroyo (ES)
In België is Carlos Arroyo vooral gekend als de ontwerper van de nieuwe muziekacademie van Dilbeek en van de herinrichting van de Coca-Cola site van Oostkamp, beide Open Oproep-opdrachten. Arroyo’s algemene opdrachtenportefeuille omvat erg uiteenlopende en in schaal variërende projecten, echter veelal geschaard onder een noemer van duurzaam bouwen. In de wedstrijdbundel voor Oostkamp heeft hij het net zozeer over regenwateropvang en -hergebruik, warmtekrachtkoppeling en thermische compartimentering als over de integratie van kunst en de relatie tussen binnen en buiten. Of hoe geitenwollensokkenarchitectuur ook esthetisch exuberant kan zijn...
De jonge Madrileense Carlos Arroyo Zapatero, in eerste instantie linguïst (Londen, 1990) en pas later afgestudeerd als architect (Madrid, 1997), is met name in Europan-middens een klinkende naam. Naast Nederland, is Spanje binnen de Europan-organisatie immers koploper wat betreft het uitvoeren van uitdagende winnende ontwerpen. Bovendien wordt 85% van de Spaanse locaties bekroond met een Spaans ontwerp. Zelf haalde Arroyo als jonge afgestudeerde via Europan zijn eerste projecten binnen (Project H↔H / ecowijk Toledo) en mocht hij het –anders dan de steeds opnieuw schrijnende Europan-situaties in België- dan ook realiseren. In 2002 was hij lid van het nationale comité en in 2004 van het Europese comité van Europan. Daarnaast heeft hij reeds verschillende internationale prijzen gewonnen en heeft hij deelgenomen aan grootse exposities zoals de Biënnale van Venetië en aan tentoonstellingen voor het Institut Français van Parijs. In 2006 kreeg hij een label als één van de tien beste, opkomende Spaanse architecten op dat moment.
Arroyo’s opdrachtenportefeuille omvat erg uiteenlopende en in schaal variërende projecten, echter veelal geschaard onder een noemer van duurzaam bouwen. De Europan-inzending ‘Project H?H’ was bovendien de aanzet van een onderzoek naar de werkelijke vraag voor nieuwe woonvormen in Spanje (in samenwerking met de sociologe Virginia Godoy en met architecte Eleonora Guidotti, waarmee hij later nog veel gelijkaardige projecten opzette). ‘Copropiedad CLV’ te Granada bijvoorbeeld is een combinatie van 2500 m2 gemeenschappelijke woningen, een agro-industrieel coöperatief en een gemengd systeem van duurzame energie. Het project ging in 2006 met de internationale EMV-prijs voor duurzaamheid en residentïele innovatie aan de haal. Andere voorbeelden zijn de ecowijk te Toledo (tevens een Europan-project met Eleonora Guidotti, eerste prijs), waarbij 60.000 m2 woningen-op-maat zich scharen naast aanvullende voorzieningen. Als tegenpolen hiervan wat betreft schaalgrootte, zijn het ‘casa del amor’ –een liefdeshuis in Madrid- en ‘enviroloo’ aan te halen - een unit of een aaneenschakeling van units die ‘droge’ toiletten huist (d.m.v. verdamping en dehydratatie). In België is Carlos Arroyo echter vooral gekend als de ontwerper van de nieuwe muziekacademie van Dilbeek (december 2007) en van de herinrichting van de Coca-Cola site van Oostkamp (december 2008), beide Open Oproep-opdrachten.
De West-Vlaamse gemeente kocht het voormalige distributiecentrum van de frisdrankengigant aan om –in de sfeer van het Administratief Centrum van Kortrijk naar een ontwerp van noA-architecten- alle gemeente- en technische diensten samen te bundelen. Oostkamp heeft echter wat grotere ambities en bedacht ook het bestuur, een jeugdhuis en een polyvalente zaal erin onder te brengen. De enorme hal met bijhorende administratieve gedeeltes ligt –weliswaar op loopafstand van het historische hart van de gemeente- op het bedrijventerrein langs de Siemenslaan, tegenover het nieuwe Veiligheidsgebouw met politie en brandweer. “Arroyo combineert een compromisloze recyclage van de buitenschil en draagstructuur van de hal en bijhorende administratieve gedeeltes, met een verregaande transformatie van het interieur,” is te lezen in A+216. Die verregaande transformatie bestaat uit een aanschakeling van enorme schaalconstructies, opgetrokken aan de hand van spuitbeton op opblaasbare bekistingen. Op uitgekiende plekken vervloeit de bestaande buitenschil echter met de nieuwe schaalconstructies onder de noemer ‘weather bubbles’, waar klimatologische omstandigheden worden versterkt, teniet gedaan of ingezet als activator van kunstige abstracties van het weer. Zo zijn er een zonnekoker, een een open patio met bomen, een LED-zon aangestuurd door een windmolen en een kleurig kunstwerk geactiveerd door regen voorgesteld. Onder de schaalconstructies is een kluwen van vertakkingen te vinden, die haar tentakels zowel in de richting van de publieke onthaalruimte als van de backoffice uitspreidt, terwijl grote vergaderruimtes zich in de knooppunten van de structuur nestelen. Behalve de bekleding van de uitstulpende administratieve ruimtes met vegetatiepanelen, wordt het overige exterieur van het distributiecentrum niet aangepakt.
Oostkamp schakelt zich binnen Arroyo’s exuberante vormgeving en filosfie van duurzaamheid. In de wedstrijdbundel heeft hij het net zozeer over regenwateropvang en –hergebruik, warmtekrachtkoppeling en thermische compartimentering als over de integratie van kunst en de relatie tussen binnen en buiten.
Als Arroyo’s betrokkenheid met België in navolging van Dilbeek en Oostkamp een jaarlijkse aangelegenheid zou worden, is het zeker zaak zijn stellingnames en projecten te doorgronden. Eveneens binnen een klimaat waar duurzame, ecologische architectuur op de voorgrond staat, grijpt Archipel de niet te missen kans om deze beloftevolle architect aan het woord te laten en om zo aan te tonen dat geitenwollensokkenarchitectuur ook esthetisch exuberant kan zijn.
Dominique Pieters