Als je deze strook ziet is het best mogelijk dat onze website niet optimaal functioneert of zelfs niet werkt bij bepaalde onderdelen. Je gebruikt best een recente versie van Chrome, Firefox, Safari of Edge.

Contact | Secretariaat
Martine Pollier
Zandstraat 324, 8200 Brugge
T +32 50 322 420
info@archipelvzw.be

Lecture

Alberts & Van Huut (NL)

Own work
Friday
23.04 1993
20:30
De Zonnewijzer
Wevelgem
Belgium

It may sound odd, but by any change you make the building more beautiful. You can see that when a plant. We ask first what they want with the building, and only when we understand that, we can shape it.

Waar de groep Mecanoo voortbouwt op traditie en aktualiteit van de funktionele modernistische architektuur is voor de groep ALBERTS-VAN HUUT een geheel andere traditie aan de orde, die van de organische architektuur. Een groter kontrast is binnen de Nederlandse architektuur nauwelijks denkbaar. En toch hebben ze iets gemeen. Ook rond deze groep zijn in de architektuurkritiek vele controverses gaande. De voordracht gaat door in hun eerste realisatie in Vlaanderen.

Toen de Technische Universiteit van Delft in 1989 een publiek-enquête deed naar waardering van Nederlandse moderne architektuur, bleek het NMB bankgebouw in Amsterdam Z.O. de absolute voorkeur van het publiek weg te dragen (91 % positieve waardering, 6 % neutraal, 3 % negatief). De resultaten van de enquête stonden in schril kontrast met de kommentaren in de architektuurkritiek. De organische architektuur van de Amsterdamse architektengroep zorgden in Nederland voor kontroverse en doen dit thans ook in Vlaanderen. Roels Hi-Fi deed voor haar vestiging in Wevelgem beroep op Ton Alberts en Max Van Huut die er “De zonnewijzer” ontwierpen.
Een merkwaardige realisatie waarover Ton Alberts het volgende schreef: “Een gebouw rijst op vanuit het middelpunt der aarde en reikt tot aan het centrum van de zon. In dit krachtveld materialiseert zich een lichaam van massa en ruimte, kleur en klank. Het is bevroren poëzie, waarin de elementen: aarde, water, lucht en vuur te samen met de ethervelden zich aaneenvoegen om de mens te dienen. Geest en materie verenigingen zich in de wetenschap, dat alleen deze combinatie in staat is de toekomst te openen voor een betere wereld. Lat dit gebouw de voorbode zijn voor een nieuwe tijd, waarin de mens in relatie tot zijn medemens, maar ook samen met het dieren-, planten- en minerale rijk tot een gouden verhouding komt.”

ARCHIPEL is een pluralistische benadering van architektuur nooit uit de weg gegaan. Ook kontroverses niet. Daarom hebben we TON ALBERTS uitgenodigd voor een voordracht over de Zonnewijzer in Wevelgem en het Nederlandse werk van de groep ALBERTS-VAN HUUT. Na de groep Mecanoo die vorige maand te gast was, is een groter kontrast binnen de Nederlandse architektuur wellicht niet denkbaar.

uit “EEN ORGANISCH BOUWWERK”:
architektuur en spiritualiteit, Ton Alberts

Weg van het concept
“De architect moet de rationele eisen zodanig vertalen dat men het resultaat mooi vindt. Schoonheid is een belangrijk aspect. Als de gebruiker zegt: ‘Nou zeg, dat lijkt mel een machine; daar krijg je mij niet in,’ dan heeft de architect gefaald; Het proces waarmee je een gebouw steeds mooier maakt, is het voortdurende overleg met de opdrachtgever en de bouwadviseurs. Dat vraagt om veel energie, inspiratie en openheid. Als een opdrachtgever tegen de architect zegt: ‘Het is wel leuk hoor, je gebouw, maar dit of dat wil ik er ook nog in hebben’, dan roepen veel architecten: ‘O God, ik moet iets wijzigen. Vreselijk! Nu is mijn concept naar de maan.’ Mijn reaktie is dan juist: ‘Heerlijk. Nu kan ik mijn gebouw nóg mooier maken.’ Het klinkt misschien heel merkwaardig, maar door elke wijziging maak je het gebouw mooier. Dat zie je ook bij een plant. Een boom die als een staak uit de grond zou groeien, vinden we niet mooi. Maar elke tak die er aan komt, elke wijziging van het patroon, maakt hem rijker. Een boom heeft van nature een zuiver geometrisch patroon; heel saai. Allerlei invloeden, zoals de wind en de zon, verstoren dat patroon en maken een boom tot iets moois. Bij een bonsai is dat heel extreem. Daarbij kun je je niet meer voorstellen dat er een zuiver geometrisch patroon aan ten grondslag ligt. Maar doordat een bonsai al die moeilijkheden overwint, krijgt hij een enorme kracht. Ik beschouw schoonheid als een vergeten principe in ons leven en zolang dat geen plaats krijgt, zullen we het milieuprobleem nooit oplossen. Nu worden schadelijke produkten meestal vervangen door ‘minder’ schadelijke, maar meestal zijn ook daarvan de effecten niet voldoende bekend. Zolang we uitgaan van technisch-wetenschappelijk onderzoek, zal dat ook zo blijven. We moeten de dingen op een kunstzinnige wijze gaan onderzoeken. Dan ontdekken we dat schoon twee betekenissen heeft, die één moeten worden; schoon = rein, zuiver (het schone milieu) en schoon = mooi, schoonheid (de schone kunsten).

Functionaliteit
In ons samenwerkingsverband was geen sprake van een botsing tussen tegengestelde belangen, maar juist van wederzijdse aanvulling. Er ontstond een groep mensen die met elkaar samenwerkten aan de vormgeving van het gebouw. Een volkomen andere situatie dan bij de meeste hedendaagse gebouwen. Daar is wat ik ‘vormwil’ noem. Alles wordt in die rechthoekige vorm geperst ook al vraagt de functie van het gebouw daar helemaal niet om. Bij ons is zoiets onvoorstelbaar; De architect wil een bepaalde vorm en koste wat kost zet hij die door. Hij luistert niet naar zijn adviseurs. En het merkwaardige is dat men ons inzake het NMB-gebouw juist van ‘vormwil’ beticht, terwijl we niets anders hebben gedaan dan vorm geven aan functionele eisen. Voor mij is een kubus helemaal niet functioneel. Iedereen heeft het over functionele architectuur, maar in feite gaat men gewoon uit van een rechthoekige vorm en niemand vraagt zich af welke functie het gebouw zal krijgen. Wij vragen ons daarentegen eerst af wat men met het gebouw wil, en pas als we dat begrijpen, kunnen we het vorm geven. Eigenlijk is er dus sprake van super-functionaliteit. Je moet nieuwe wegen durven bewandelen en dat vraagt een intuïtieve benadering.

Ton Alberts.

Aan de realisatie van ‘De Zonnewijzer’ werkte Wim Supply van het bureau Sparo, mee voor wat binnenafwerking en meubilair betreft.