Als je deze strook ziet is het best mogelijk dat onze website niet optimaal functioneert of zelfs niet werkt bij bepaalde onderdelen. Je gebruikt best een recente versie van Chrome, Firefox, Safari of Edge.

Contact | Secretariaat
Martine Pollier
Zandstraat 324, 8200 Brugge
T +32 50 322 420
info@archipelvzw.be

Lecture

Wright, Schindler & Neutra

By Luc Verpoest
Friday
02.02 2007
20:30

“The main symbol of the architecture is no longer the massive brick but the open box.”

“Gebouwen bestaan nu uit louter vlakken die een volume omsluiten. Met een alleen door een beschermende huid omgeven skeletconstructie ontkomt de architect nauwelijks aan deze werking van vlak en volume, tenzij hij, met een knieval voor de traditionele, op massa-behandeling ingestelde architectuur, zichzelf geweld aandoet om het omgekeerde effect te bereiken.”

Henry-Russell Hitchcock en Philip Johnson, tentoonstellingscatalogus ‘The International Style’, 1932.

Van John Ruskin naar Frank Lloyd Wright

De zoektocht naar eenvoudige waarden die zovele kunstontwikkelingen stuurde in het eerste decennium van de twintigste eeuw, vindt zijn wortels in eerdere intellectuele standpunten van o.a. Pugin, Ruskin en Morris. Zij meenden dat de corruptie van de negentiende eeuwse stijlen zou worden teruggedrongen door inspirerende ambachten. Elk van deze Britse denkers walgde op zijn manier van de impact van de industriële revolutie op de sociale organisatie, op de bouwmethodes en op de morele basis van cultuur. De architect moet daarom een meester in de ambachten worden. Deze Europese Arts & Crafts beweging met imponerende volgelingen in de Art Nouveau zoals Henry Van de Velde en Victor Horta, beïnvloedde overzeese gebieden zoals de Verenigde Staten, waar de catalysator van de transformatie zonder twijfel werd belichaamd door Frank Lloyd Wright.

Wright vatte de betekenis van de situatie en slaagde erin om rond de eengezinswoning een zekere mystiek te scheppen. De Arts & Crafts idealen, geïmporteerd uit Groot-Brittannië, boden een direct antwoord op de aard van materialen en de gesammtkunst van decoratie en gebouw. Maar, anders dan Morris en zijn Britse tijdgenoten, snapte Wright het belang van mechanisatie. In zijn essay ‘The Art & Craft of the machine’ (1901) erkende hij dat de machine hier is om te blijven en dat dit niet alleen de bouwkunst, maar de hele sociale structuur zou veranderen. Zo werd Wright een link tussen de 19de eeuwse idealen en de stuwende ideeën van de latere moderne beweging in Europa.

Van Frank Lloyd Wright naar Schindler en Neutra

Via de Wasmuth-uitgaves ‘Ausgefürhte bauten und entwurfe’ van 1910 beïnvloedt het gedachtengoed van Frank Lloyd Wright Europa. Zijn thema’s van accentuering, ruimtelijk denken en ambachtelijke tekeningen en materialen worden niet alleen door De Stijl opgenomen, maar ook door de Oostenrijkse architecten Rudolf Schindler en Richard Neutra. Dankzij onderricht in 1911 en 1912 van Otto Wagner en Adolf Loos (‘Ornament und Verbrechen’, Raumplan) waren deze beloftevolle talenten ontvankelijk voor de filosofie van Wright. In die mate dat Schindler reeds in 1914 naar de VS trok om van 1917 tot 1920 in het bureau van Frank Lloyd Wright te werken. Neutra verliet Oostenrijk pas in 1923, na de eerste wereldoorlog en na een vruchtbare periode bij Mendelsohn, en ook hij ging bij zijn grote idool in de leer. Deze tijdsspanne verklaart waarom Neutra veel Europeser is in zijn denken dan Schindler.

Wrights fenomenale productie en invloed zowel op het thuisfront (op bepaalde ‘organische architecten‘ zoals Bruce Gough) als over de grenzen heen (op figuren zo divers als Jørn Utzon en Carlo Scarpa), stonden zij aan zij met de adembenemende werken van Schindler en Neutra aan de Westkust. Schindler neigde naar een meer complex ontwerp, genietend van de bijzonderheden van heuvelachtige sites, eccentrieke opdrachtgevers en ongebruikelijke bouwmaterialen zoals kunststof golfplaten die hij gebruikte in combinatie met onbehandeld hout. In contrast met deze schuuresthetiek, raakte Neutra meer verwikkeld in een architectuur van staal, glas, transparantie en verlichting. Zijn versie van een ‘health house’ –een mechanisme dat geest en lichaam dient en dat het individuele op een sensuele manier linkt aan het ritme van de natuur– was het zuiverst in het Lovell Health House in Los Angeles (1927) en het Desert House in Palm Springs (1946), dat zich via een rechthoekig zwembad opent naar het omgevende landschap van cactussen, rotsen en palmen. Hier geven de minimalistische, zwevende vlakken van de International Style een duidelijke expressie als antwoord op klimaat en topografie.

De op het eerste gezicht homogene verschijningsvorm van deze stijl bleek bij nader inzien dus bedrieglijk, want de kale, vlakke vormen ervan ondergingen subtiele, aan uiteenlopende klimatologische en culturale omstandigheden aangepaste wijzigingen. Toch bracht de International Style een bepaalde mate van gelijkvormigheid met zich mee: er bestond een algemene voorkeur voor lichte bouwtechnieken, voor synthetische moderne materialen en voor gestandaardiseerde modulaire onderdelen, die gemakkelijk te produceren waren en de bouw vereenvoudigden. Skeletconstructies genoten de voorkeur boven metselwerk omwille van de hypothetische flexibiliteit van het ‘plan libre’.

Het Health House van dr. Philip Lovell (1927) kan gelden als de apotheose van de International Style; de architectonische uitdrukking ervan kwam rechtstreeks voort uit het staalskelet, dat was bekleed met een lichte, synthetische huid. Het op een heuvel gelegen huis, met uitzicht over een romantisch, half wild parklandschap, roept in de asymmetrische compositie van de theatraal hangende verdiepingen tegelijk herinneringen op aan de door Wright in de jaren twintig aan de Westkust geïntroduceerde stijl. Neutra’s geflirt met Europese en Amerikaanse invloeden maakt dat hij als enige in de VS wonende Europese architect in 1932 wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de expo ‘International Style’ van Henry-Russell Hitchcock en Philip Johnson.

Van Schindler en Neutra naar…

Sommige van de drama’s van transmigratie werden reeds uitgespeeld in de dertiger jaren, wanneer architecten zoals Aalto, Niemeyer, Sakakura, Barragán en Sert geboeid waren in het vinden van vormen toegepast op locale klimaten en levenswijzen. Het werk van vruchtbare figuren zoals Wright en Le Corbusier reflecteerden ook over een nieuwe gevoeligheid ten opzichte van natuur en genius loci. De emigratie van enkele van deze moderne meesters voegde een nieuwe dimensie toe aan het veranderingsproces. Mies van der Rohe en Walter Gropius bijvoorbeeld kwamen beiden aan in de Verenigde Staten in 1937, Mendelsohn in 1941. Zij brachten filosofieën en vocabularia met zich mee en hun aankomst gaf een immense prestige aan de International Modern Movement in Noord Amerika. Hoe dan ook, zij penetreerden een cultuur die nogal verschillend was dan hun oorsprong: zij veranderden het, maar het veranderden ook hen.

Net zoals de eerste wereldoorlog, vernietigde ook de tweede een voorafgaande sociale en economische orde. Heropbouw was nodig, maar anders dan de creatieve zoektocht naar een nieuwe wereld die het vacuüm na de eerste wereldoorlog vulde, was het optimisme in architecturale innovatie nu ondermijnd.

Ondanks de radicaal verschillende omstandigheden, was de ‘Nieuwe Traditie’ toch nog niet zo snel verslagen. Alle meesters van moderne architectuur leefden nog steeds en dat gold ook voor hun gedachtengoed. De internationale overwinning van de moderne architectuur strekte van Rio de Janeiro tot Sydney, van Tokio tot Beiroet, de erfenis van vooroorlogse architectuur begon de kop op te steken.

Hoewel onrechtstreeks, gaat het kat-en-muis spel van invloeden tussen Europa en de VS dus verder. Het is vooral dit gegeven dat Luc Verpoest, deeltijds hoofddocent van het Departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening (ASRO) aan de KULeuven te Heverlee en Voorzitter van Docomomo België, in de schijnwerper zal zetten.

Dominique Pieters

“Het belangrijkste symbool van de architectuur is niet langer de massieve baksteen, maar de open doos.”

Henry-Russell Hitchcock en Philip Johnson