Marcel Breuer - Design en architectuur
Designer en architect Marcel Breuer (1902-1981) mag tot de belangrijkste en meest invloedrijke ontwerpers van de XXste gerekend worden. – Een tentoonstelling het in CIVA te Brussel. Van bij zijn opleiding aan het Bauhaus in Weimar, doet de jonge Hongaar met een aantal door de Nederlandse beweging ³De Stijl² geïnspireerde meubelcreaties, van zich spreken. In 1925 – hij is dan nauwelijks 23 staat hij aan de wieg van de welhaast revolutionaire uitvinding van de metalen buismeubels die men als zijn belangrijkste bijdrage tot de geschiedenis van het design beschouwt. Breuers creaties op basis van een stalen buizenstructuur, zoals de beroemde Wassily fauteuil, de Bauhauskruk of de verschillende stoelen op sledepoot, staan symbool voor het design van een tijdperk, op dezelfde manier als de legendarische Bauhauslamp van Wagenfeld. Ze werden in miljoenen exemplaren gekopieerd en hebben sinds lang plaatsgenomen onder de grote klassieken van de moderne tijd.
Maar de stalen buismeubelen van Breuer zijn niet de enigen die wereldfaam hebben verworven. Zijn meubelen in aluminium en gestratifieerd hout die in de jaren dertig werden ontworpen, traden ook in de geschiedenis van het design en waren een bron van inspiratie voor de volgende generaties ontwerpers. De legendarische interieurinrichtingen van Breuer worden vandaag de dag beschouwd als een essentieel deel van zijn oeuvre.
In de eerste plaats architect
Ook al was hij op enkele jaren van het statuut van leerling van het Bauhaus overgestapt naar dat van meubelontwerper en interieurinrichter, wat hem de waardering en bekendheid van de hele avantgardistische scène in Europa opleverde, beschouwde Breuer zichzelf in de eerste plaats als architect. Uiterlijk vanaf het midden van de jaren twintig, beschouwde hij de architectuur als het hoofddoel van zijn beroepsactiviteit. Na een eerder trage start in Europa en de Verenigde Staten (vanaf 1937), voornamelijk toe te schrijven aan de economische crisis en de tweede wereldoorlog, kwam zijn activiteit als architect vanaf het midden van de jaren veertig op dreef. Het bureau dat hij in New York opende, wijdde zich in een eerste fase aan de bouw van particuliere woningen.
Sculpturaal gebruik van beton
Maar vanaf het begin van de jaren vijftig, slaagde Breuer er ook in een groot aantal prestigieuze projecten te realiseren, waarvan sommige internationale bekendheid verwierven, zoals bijvoorbeeld de zetel van de Unesco in Parijs (1952-1958, in samenwerking met Nervi en Zehrfuss) of het Whitney Museum of American Art in New York (1964-1966). Het is tijdens deze periode dat hij de techniek ontwikkelde die zijn eigen stempel zou dragen, met name het sculpturaal gebruik van beton, dat hij vooral apprecieerde voor zijn plasticiteit en zijn massief karakter. Met meesterhand wist hij de bouweigenschappen van beton te benutten om zo zijn buitengewone ruimtelijke creaties te scheppen, waaronder in de eerste plaats zijn kerken dienen vermeld te worden. Hij maakte eveneens van dit materiaal gebruik voor de plastische constructie van zijn geboetseerde gevels. Hierdoor droeg hij op een doorslaggevende manier bij tot de ontwikkeling en de verfijning van de vormelijke taal van de moderne architectuur.
De retrospectieve van het werk van Marcel Breuer, een organisatie en realisatie van het Vitra Design Museum, is de allereerste tentoonstelling die evenveel belang hecht aan de verschillende domeinen waarin de meester actief was. Waar de thematische tentoonstelling de quasi totaliteit van de belangrijkste werken van de ontwerper schetst op het vlak van het meubeldesign, wordt zijn bijzonder rijk architecturaal oeuvre voornamelijk vertegenwoordigd aan de hand van 12 gebouwen die bij wijze van voorbeeld werden uitgekozen. Onder de titel Materialen, stelt de tentoonstelling het design van Breuer in een chronologische volgorde voor. Ze baseert zich op het feit dat de ontwerper in zijn creatie van meubelen achtereenvolgens vier verschillende materialen heeft gebruikt, met name massief hout, buizenstaal, aluminium en multiplex. Naast het tentoongesteld meubilair, tonen tekeningen, meubelcatalogussen evenals een groot aantal hedendaagse foto¹s van de interieurarchitectuur van Breuer, de verschillende facetten van zijn werk als designer. Wat het architectonisch werk van Breuer betreft, opteerde de tentoonstelling voor verschillende voorstellingswijzen. Ze is opgebouwd rond twaalf maquettes die speciaal voor de tentoonstelling werden gerealiseerd. Onder de titel “Motieven” stelt de tentoonstelling tenslotte de kernelementen voor van het creatief vocabularium van Breuer die eveneens kunnen beschouwd worden als raakvlakken tussen zijn verschillende creaties.
bron: Vitra Design Museum