Landschappelijke daguitstap
Een dagreis over tuinen en landschappen,
van nu en toen,
van klein naar groot,
van vlak naar heuvelachtig,
boven en bij de Leie- en Scheldevallei.
We nemen ‘tijd om de ruimte’ te doorwandelen.
Deze daguitstap is een organisatie van Christian Vermander.
Een landschap groeit en verandert in de loop van de tijd. Door samenwerking en overleg ontstaan bijzondere tuinen met een poëtische kracht, vaak een combinatie van functionaliteit, mystiek en schoonheid. Elk seizoen drukt zijn stempel op het ontwerp dat zijn eigen leven begint te leiden.
Een busrit op zaterdag 15 juni laat ons diverse landschappen lezen, gaande van het verrassende landschap rond de meanderende Leie, via het heuvelend en glooiende landschap in de Vlaamse Ardennen, dat met zijn steeds variërend landschap, dat aan de oorsprong ligt van een waaier aan biotopen: poelen, bron- en broekbossen, getuigenheuvels met eiken-, berken- en beukenbossen, open kouters…
Tijdens de rit hebben we oog voor kleine landschapselementen zoals wegbermen, knotbomenrijen, houtkanten, hagen, poelen, taluds, heuveltjes.... Het zijn geen spectaculaire elementen in het landschap, maar ze geven de omgeving net dàt tikkeltje meer. Ze zijn van grote waarde voor dieren, die er voedsel en beschutting vinden. Ze verbinden de verschillende groene vlekken natuur met elkaar en fungeren als corridor voor dieren. Anderzijds komt ook het groen in de stad in de kijker. Stedelijk groen vervult een belangrijke functie in het stedelijk weefsel. Onder "stedelijk groen" wordt verstaan: parken, pleinen met groenvoorziening, perken langs de straten, groene verkeersgeleiders, groene hoekjes, plantsoentjes... Deze groene ruimten zijn essentieel: ze brengen rust in het straatbeeld, verzachten al het beton en asfalt; ze brengen kleur in de stedelijke omgeving. In parken en langs groene pleinen wordt gewandeld en gespeeld; mensen ontmoeten er elkaar. Zonder groene ruimten wordt een stad onleefbaar.
Deze dag wordt begeleid door twee landschapsspecialisten, Christian Vermander (Bureau voor Vrije Ruimte) en Ann Voets (tuinarchitect). Het wordt een dag met een uitgebreide historische context en hedendaagse begrippen over tuinkunst en hun gebruik, met oog voor het landschap en haar constituerende landschapselementen…
Een dag over historische en landschappelijke situering, over vegetatieve context, over geografische elementen, …
PROGRAMMA:
8u00 Vertrek vanuit Gent
VOORMIDDAG
Chateau et parc de Beloeil
Het Domein van Belœil is sinds de XIVde eeuw de residentie van de Prinsen de Ligne.
Het park is 25 ha groot en vormt samen met het kasteel één van de mooiste bezienswaardigheden van België. In elk van de salons getuigen echt antiek meubilair en de vele tentoongestelde verzamelstukken van het glorierijk verleden, dat elke dag opnieuw de band legt met heden en toekomst.
De Franse tuin biedt een harmonische afwisseling van water en groen, van schaduw en licht en is 25 hectaren groot. Bij het onderhoud wordt nauwgezet toegezien op behoud van het oorspronkelijk ontwerp van 1664.
Dit prachtig kader leent zich uitstekend voor het organiseren van feesten met prestige.
Bron: Chateau et parc de Beloeil
Chateau et parc d' Attre
Het kasteel van Attre, een prachtig historische landgoed, behoort tot een van de meest authentieke getuigen uit de 18e eeuw.
Het park telt enkele mooie getuigen van de prieelkunst uit de eerste helft van de 19e eeuw: een Zwitserse chalet, het paviljoen van de baden, ... en ook een erg bijzondere kunstrots in de vorm van een ruïne. (De toegang van het park bevindt zich tegenover het kasteel in Lodewijk XV-stijl.)
Het park is zowel een Engelse tuin als een bospark en telt ook enkele monumenten, zoals de het duivenhuis uit de 17e eeuw of de Vignou-toren, die volgens de legende zou gediend hebben als schuilplaats voor de struikrover ‘Vignou'. De rots is zeker een omweg waard. Deze artificiële grot van 33 meter in preromaanse stijl werd gebouwd in 1788 en diende als observatieplek bij de konijnenjachten, die eenmaal per jaar werden georganiseerd ter ere van de komst van aartshertogin Marie-Christine en haar echtgenoot, de hertog van Saxen-Teschen.
Te midden van al deze natuurlijke pracht vinden we enkele curiosa van menselijke hand. Het toppunt hiervan is de kunstmatige rots. Ze is opgebouwd als een ruïne en is een concrete uitdrukking van het romantisme van de 18e eeuw. Alles lijkt de tand des tijds zeer goed te hebben doorstaan.
Bron: Chateau et parc d' Attre
NAMIDDAG
Crypte te Ronse en picknick
De crypte is in West-Europa een typisch verschijnsel van de Romaanse architectuur. Het staat steeds in verband met de verering van de plaatselijke heilige. In Ronse is dat Sint-Hermes, die aanroepen wordt tegen zenuw- en geestesziekten.
De crypte is een vrijwel uniek monument. Nergens in ons land treft men dergelijke perspectieven en tegelijk zo'n intieme sfeer aan. Niettegenstaande de diversiteit in stijlen bezit ze een prachtige architecturale eenheid.
Bron: Crypte te Ronse
Malanderpark te Ronse en Vlaamse Ardennenlandschap
Op de taalgrens gelegen, situeert zich Ronse tussen de getuigenheuvels van de Vlaamse Ardennen in het dal van de Molenbeek. Wanneer men via de Vlaamse kant Ronse komt binnengereden, bevindt de oude stadskern zich in het dal, en ligt juist op 100m boven de zeespiegel, het verhoogd inkomgedeelte van het Parc de l'Arbre de Malander. De coulissevormige randbeplanting van de historische tuin zorgt via symmetrische assen van bomen en hagen - zoals we gewoon zijn van de “meester”- voor verschillende kijkrichtingen. De centrale as tussenin wordt afgeblokt met, zoals het klassieke symmetrische tuinen eigen is, een gebogen eindpunt en gevormde linden.
Verderop voorbij dit eindpunt ligt een soort arboretum. De zichtlijn die deels de stadstorens laat zien, wordt vanaf hier vooral belemmerd door hoge populieren en/of meestal wintergroene naaldbomen. Hoe verschillend beide parkdelen ook zijn, ze hebben één ding gemeen: de sterke helling van het terrein. Meer dan 30 meter is het niveauverschil van het totale park. Bij het historische park wordt de helling geterrasseerd en met trappen en/of hellende paden overbrugd. Bij het gedeelte met het arboretum houdt dit één grote helling in.
Privé Landschapstuin te Kluisbergen
Het aanvankelijke ontwerp (1992) voor de tuin was geconcentreerd op het inpassen van een inkomplein en een achtertuin binnen het golvende kleilandschap. Bronnen binnen en buiten het terrein werden later drager van een vernieuwd waterconcept.
In het nieuwe ontwerp heeft het uitzicht op het landschap het plan sterk beïnvloed. Het totale landschap als agrarische tuin van akkers, weiden en bossen kwam ter sprake.
De achtertuin is vooral ontwikkeld als een nutstuin met de kruidentuin dicht bij de keuken en de geurende rozentuin nabij het zwembad. De boomgaard, met bloemen- of gewassenveldjes, roept herinneringen op aan traditionele boerentuinen. Op de plaats van de oorspronkelijke vijver werd een nieuwe watervlakte geconstrueerd met een schelpvormige, in elkaar gedraaide structuur. Aansluitend kwam een graas- en bloemenweide, gescheiden door een groene ha-ha muur in waaiervorm. In het afhellende terrein ‘tekent’ een boogvormige snijlijn van vlakgeschoren meidoornhagen het landschap. Geruggensteund door enerzijds de bosrand en anderzijds de knotwilgendreef ligt deze door hagen omsloten tuin in het heuvelland ingebed.
Het leielandschap en terrassentuin te Sint-Martens-Latem
In de vroegere meersen van de Leievallei te Sint-Martens-Latem, zijn de landschapsschilders van de Latemse school (E. Claus, Fr. Vandenberghe,..), de zieners geweest van dit mooie, Vlaamse en agrarische landschap.
Vandaag zijn heel wat weiden tot aan de oevers verkaveld om hier, soms indrukwekkende, villa’s met tuinen neer te zetten.
Een bouwgrondperceel gelegen langs de Nelemeersstraat, waarbij het achtergelegen opgeschoten Elsenbosje spontaan gevormd werd tussen de ontwateringsgrachten; maakt een link met de natte Leiemeersen.
Aan de hogergelegen straat is op hetzelfde niveau een blokvormig woonvolume met omsloten binnentuin uitgewerkt. Aan de overkant van de straat ligt de Latemse golf.
Het idee, om het elsenbosje met grachtenstelsel uit te werken als een soort “verdronken waterland” waarbij de hoge waterstand ’s winters het terras onder water houdt en pas wanneer de natuur het wilt, met de frisse lente bloot komt te liggen en weer “bruikbaar” wordt-, vormt hierbij een dialoog met de natuur…
De verschillende grasbermen zijn een opdeling of terrassering in dit afhellend terrein, waartussen de los opgeschoten elsen het licht en schaduwbeeld en de verticaliteit benadrukken.
Als “geworpen speelkaarten” krijgen deze bomen een aarden voetstuk in het watervlak met eronder een bosrijke vegetatie.
Dichterbij de woning worden de grasvlakken, bloemenweiden of gemaaid gazon.
De voortuin is een aansluitend gemaaid en open geheel met het golfgebeuren, terwijl de binnentuin een louter privé binnenplaats is en het achterliggend gedeelte eerder een aansluitend geheel vormt met het “oude begroeide” Leiebekken.
19u00 Aankomst in Gent