Als je deze strook ziet is het best mogelijk dat onze website niet optimaal functioneert of zelfs niet werkt bij bepaalde onderdelen. Je gebruikt best een recente versie van Chrome, Firefox, Safari of Edge.

Contact | Secretariaat
Martine Pollier
Zandstraat 324, 8200 Brugge
T +32 50 322 420
info@archipelvzw.be

Lezing

Bas Smets

Land versus Landschap
Donderdag
03.12 2009
20:30

Bas Smets maakt er een spel van. Hij geeft en toont de opbouw van zijn ontwerpen laag per laag aan waardoor elke stap en elke genomen beslissing in het ontwerp evident en rationeel lijkt.

Arnout Fonck Bas Smets maakt er een spel van. Hij geeft en toont de opbouw van zijn ontwerpen laag per laag aan waardoor elke stap en elke genomen beslissing in het ontwerp evident en rationeel lijkt. Maar toch is hij ondanks deze methode geen theoreticus en bestempelt hij zijn ontwerpmethode eerder als intuïtief, als een queeste naar verwondering en als een onbevangen ontrafeling van de bestaande toestand. Eigenlijk is hij niet alleen een ontdekker, maar ook een verteller. Met zowel verhalen over het bestaande land als over het door hem gerealiseerde landschap dat steeds wordt gekarakteriseerd door het zoeken naar een organiserende geste.

Voor velen bestaat het meest voor de hand liggende verschil tussen landschapsarchitectuur en architectuur uit de mate van betrokkenheid van de gebruiker. Architectuur wordt eerst en vooral gedefinieerd als een interieur, een plaats omsloten door grenzen die ontwerpers vervolgens trachten af te breken of op te lossen. Architectuur ‘an sich’ begrenst dus bewegingen – hoe vloeibaar deze ook mogen zijn –, organiseert activiteiten volgens bepaalde regels; terwijl landschapsarchitectuur geen zichtbare regels hanteert, een dialoog zoekt, gebruik maakt van acties en natuur en deze transformeert in ruimtelijke interventies. De protagonist blijkt niet het object te zijn, maar wel de dynamische ruimte die rond het object is gecreëerd aan de hand van actie.



Maar deze breuklijn tussen omgeving en architectuur vervaagt steeds meer. Ontwerpers bouwen een relatie op die instaat voor de uitwisseling van ervaringen en confrontaties op het niveau van landschap. Ook landschapsarchitect Bas Smets (°1975) kiest ervoor om het landschap doorheen al haar lagen te penetreren, om te werken met de bestaande stille karaktertrekken van de omgeving waarbij het landschap niet wordt afgebeeld, maar wordt opgeslorpt. Als een zoektocht naar een eenvoudige geste.

Net zoals hij ook elk van zijn momenteel dertig lopende projecten ziet, zal Smets ons tijdens de Archipel-lezing meenemen op een ‘ontdekkingsreis’. Want zo voelt hij zich en wil hij zich ook duidelijk profileren: niet als tuinarchitect maar als ‘ontdekker van het land’. In de huidige globale economie zijn onze ervaringen in toenemende mate vooraf vastgelegd. Gewapend met logische algoritmen en voorgeprogrammeerde antwoorden, zijn onze interacties eerder gebaseerd op computermodellen, kostenbatenanalyses en best-case scenario’s. Hoewel Bas Smets in dit kader voordeel kan halen uit zijn oorspronkelijke opleiding als ingenieur-architect, blijft ‘intuïtie‘ één van de basisbegrippen waarrond hij zijn verwonderende praktijk schakelt. Zeven jaar werken bij de Parijse paysagiste Michel Desvigne aan grootse projecten met o.a. Pei, Foster, Koolhaas en Sejima en de master landschapsarchitectuur in Genève zullen ongetwijfeld een boeiende voedingsbodem zijn geweest voor een ontwerpend spel van loslaten, abstraheren en uitpuren. Smets combineert met andere woorden dat wat volgens onderzoeker in ‘design cognition’ Nigel Cross uitzonderlijk is: de ratio van een wetenschapper en de gevoelsmatigheid van een ontwerper. Wetenschappers en ingenieurs focussen hun aandacht immers op het ontdekken van de regel (analyse) binnen een probleemstelling, terwijl ontwerpers geobsedeerd zijn met het gewenste resultaat (synthese) binnen een oplossing-gerichte strategie1. Medewerkers van BBS of Bureau Bas Smets mogen een terrein pas bezoeken na een drietal weken studie gekenmerkt door het ontrafelen van de verscheidene lagen van het land, omgezet in matrixtekeningen om een bepaalde methodiek te ontwikkelen. Op een verrassende manier koppelt Bas Smets de daaropvolgende stap aan een uitspraak van Oscar Wilde: “All that I desire to point out is the general principle that life imitates art far more than art imitates life” waardoor het duidelijk wordt dat zowel de ontwerper als elke gebruiker een beeld nodig heeft om op verder te bouwen. Na de analytische fase komt dus een synthese die alleen mogelijk is door onbevangen schetsen waarbij een ordenend principe moet worden gevonden en voor het land een geste moet worden voorgesteld om een nieuw landschap te durven creëren.

Want een ‘nieuw’ landschap ontwikkelen is dé uitdaging in het restgebied Vlaanderen dat Bas Smets in zijn verkennend onderzoek2 voor de Vlaams Bouwmeester en de Vlaamse Gemeenschap “een land zonder landschap”3 heeft genoemd. Gevangen tussen het door de mens gemaakte landschap van Nederland en het natuurlijke landschap van Frankrijk, ontbreekt het België aan een duidelijk landschapsbeeld. Het gevolg hiervan is dat geen klaar en duidelijke gebruiksaanwijzing voorhanden is. Deze onontworpen, gefragmenteerde ruimte wordt gekenmerkt door plaatsen en ontmoetingen die niet kunnen worden geprekwalificeerd en toch slagen omdat zij uniek zijn, omdat ze veranderen doorheen de tijd en omdat ze entropisch, incidenteel en natuurlijk zijn.

Het belangrijkste gegeven is dat er ruimte is, klaar om ons te verwelkomen; op deze manier verandert of wordt de notie van landschap getransformeerd. De omgeving wordt een nieuw actieveld waarin de gebruikers ophouden gewone passanten te zijn en onmisbare elementen worden voor de definitie van de ruimte die hen herbergt.

Dominique Pieters

1 Zie Nigel Cross, Designerly Ways of knowing, Birkhäuser Verlag, Basel – Boston – Berlin, 2007, pp. 23 en 24.

2 Zie Onderzoeksgroep Planning & Ontwikkeling i.s.m. OSA, Onderzoeksgroep Stedebouw en Architectuur, Departement Architectuur, Stedebouw en Ruimtelijke Ordening, KULeuven; ‘Het Vlaams restgebied. ‘Ontdekking van het andere landschap.’, november 2007, (geraadpleegd op 6 november 2009).

3 In de landschapstheorie wordt een fundamenteel onderscheid gemaakt tussen de begrippen ‘land’ en ‘landschap’. Uitgangspunt is dat een land niet vanzelfsprekend een landschap hoeft te zijn. Land staat hierbij voor de graad nul van het landschap, voorafgaand aan zijn ‘artialisation’ of artistieke operatie die het land als landschap toont (Alain Roger, 1997).