Als je deze strook ziet is het best mogelijk dat onze website niet optimaal functioneert of zelfs niet werkt bij bepaalde onderdelen. Je gebruikt best een recente versie van Chrome, Firefox, Safari of Edge.

Contact | Secretariaat
Martine Pollier
Zandstraat 324, 8200 Brugge
T +32 50 322 420
info@archipelvzw.be

Lezing

Rapp+Rapp (NL)

Harde kern van schoonheid
Donderdag
15.05 2008
20:30

Met de steun van:

Het dorpshuis Jonkershove, waar de lezing zal plaatsvinden, is te omschrijven als donkere coördinaten in de ruimte die een brutale materialiteit sublimeren. De meest in het oog vallende eigenschappen van dit ingetogen, maar fantastische bouwwerk zijn de robuuste materialisering en sensuele detaillering.

Het dorpshuis Jonkershove, waar de lezing zal plaatsvinden, is te omschrijven als donkere coördinaten in de ruimte die een brutale materialiteit sublimeren. De meest in het oog vallende eigenschappen van dit ingetogen, maar fantastische bouwwerk van Rapp+Rapp, zijn de robuuste materialisering en sensuele detaillering. De gekozen strengperssteen die het ontwerp domineert, heeft haar eigen tactiele kwaliteit, eerlijk en direct, gedacht vanuit de inherente eigenschappen van de grondstoffen, de vervaardigingswijze en bovenal de tot in de puntjes uitgedachte verwerking. Het is duidelijk dat Rapp + Rapp op zoek is naar de harde kern van schoonheid, niet zozeer naar stijl of elegantie, maar wel naar mentaliteit.

In het werk van Rapp + Rapp creëert de sublimering van het materiaal een zekere spanning. Niet alleen verwijst de keuze voor baksteen voor het dorpshuis Jonkershove naar de courant gebruikte Vlaamse uitspraak dat “elke Belg met een baksteen in de maag is geboren” en kan Christian Rapp hiermee zijn geboren en getogen Duitse baksteencultuur tentoon spreiden, het speelt ook op een doordringende manier in op de context. Het uiterst vreedzame en bescheiden dorpje lijkt er immers een geslaagde uitbreiding van een kerk bij te hebben. Niet alleen door de situering – het haakvormige bouwwerk grijpt rond de sacrale ruimte –, maar ook door het reeds vernoemde materiaalgebruik dat aansluit bij de omliggende bouwwerken.

In zijn voorname strengheid sluit de gevel af, maar die statigheid wordt doorbroken bij de benadering van de ingang die zich als het ware op de elleboog van het project bevindt. Stap voor stap langs de intimiderend stille volumes en Miesachtige landschappelijke bouwelementen ontstaat een vermoeden van de rijkdom van het interieur dat zich, achter de gesloten gevel van de toneeltoren, opent naar de tuin, de terrassen en de pastorie. De voorgevel blijkt in feite de achterkant van het dorpshuis te zijn, een scherm. Binnentreden via de verdiepingshoge deur-openingen en via de in het interieur voortgezette terrasbekleding en metselwerk geeft de bezoeker het gevoel zich nog steeds binnen de invloedssfeer te bevinden van de naastgelegen kerk.

Ondanks de wervelende ruimte, die zich zowel verticaal als horizontaal in verschillende richtingen somptueus ontplooit, de bedrijvigheid in de cafetaria en de georganiseerde activiteiten in de zalen en leslokalen, straalt het gebouw een enorme rust uit dankzij de gebruikte materialen. Bijna is dezelfde sfeer als de kerk van Sigurd Lewerentz in Klippan (S) bereikt, met dat verschil dat dankzij een – op de kerktoren uitkijkende – hoog geplaatste gevelopening in de toneeltoren en enkele verdiepingshoge ramen het licht riant langs de muren glijdt en de ruwe donkere baksteen een intense gloed geeft.

Ander pluspunten van de secuur uitgedachte benadering is dat de landschappelijke geleding door de 49 cm dikke muren en de virtuoze variatie van bakstenen de bezoeker als het ware mentaal ‘kneden’. Deze wordt voorbereidt op de dynamische aaneenschakeling van volumes die toevallig een ruimte vormen en laat de goudgeglazuurde kris kras verspreide baksteenkoppen – die verwijzen naar de vroegere met turf gebakken stenen – geleidelijk aan plaats maken voor de meer talrijk toegepaste en meer brutaal uitstulpende kop- en streklagen van de massieve muren in het interieur. Bovendien kan de tijd worden genomen om de volumewerking van het exterieur te laten doordringen. De zaal met uitschuifbare tribune wordt overspannen door een nagespannen, in het werk gestorte betonplaat met uitkragende randen, de toneeltoren en de lage volumes zoals 
cafetaria en leslokalen kregen eveneens een betonplaat van dezelfde dikte, maar dan zonder dakranden. Het smallere in de hoogte schietende volume voor de schoorsteenschouw tenslotte is afgeboord met een bakstenen rollaag. Ook in het interieur is het verschil tussen de overdekking van de zaal en deze van de lage volumes zichtbaar. De betonplaat is immers in twee richtingen dragend, zit volgestouwd met wapeningen en heeft de meest minimale dikte mogelijk, waardoor zelfs geen uitsparingen voor verlichtingsarmaturen worden getolereerd. De verlichting in de zaal is dus aan het plafond bevestigd, terwijl deze van de andere lokalen zijn ingewerkt.

De invloed van Mies van der Rohe, zoals Christian Rapp zelf beaamt, is niet alleen voelbaar in de delicate compositie van het landschap en de minimale overgangen tussen binnen en buiten, maar ook in de detaillering van verdiepingshoge ramen en deuren. De glaslijn van deze constructies in geolied afromosiahout bevindt zich in het hart van de belendende muur, waardoor de negge aan de binnenkant even breed is als deze langs het exterieur. De kaderbreedte van de taatsdeuren bestaat uit een wisselspanningslat, de kader van de deur zelf en een vaste glaslat, een detail dat toe te schrijven is aan Ludwig Mies.

De finesse van detaillering heeft Rapp + Rapp tenslotte ook buiten de perceelsgrenzen van het dorpshuis verdergezet. Ook de dorpskernvernieuwing draagt hun handtekening. De licht-armaturen, stoepranden en bovenal de ritmisch naar de dorpskern toenemende snelheids-remmers in de vorm van drie rijen kasseistenen tussen betonplaten tonen een diepgaand respect 
voor bescheiden materialisering en detaillering.

Bouwwerken kunnen niet worden opgetrokken als versteende programma’s van eisen. Het is dus zaak bouwsels te creëren waarin de tijd, net zoals vorm en materiaal, ingebouwd zit. Als een gelijktijdigheid van heden, verleden en toekomst heeft Rapp + Rapp voor de gemeente Houthulst een dorpshuis getekend dat geen maatpak is voor de vandaag gevraagde functies, en dat de statigheid van het verleden combineert met de openheid van een toekomstgerichte levensstijl. De rijkdom bij Rapp + Rapps ontwerpen zit bovendien in de claustrale gevels, de hiërarchie van de onderdelen, de samenhang, de open- en geslotenheid en de relatie van de plek tot het dorp of de stad.

Dominique Pieters

Vanuit de overtuiging dat de filosofie achter de projecten van Rapp + Rapp krachtig gebundeld zit in het dorpshuis Jonkershove, is deze projectbeschrijving een herwerkte versie van een artikel van Dominique Pieters voor het aprilnummer van ‘de Architect’ (2006).