Als je deze strook ziet is het best mogelijk dat onze website niet optimaal functioneert of zelfs niet werkt bij bepaalde onderdelen. Je gebruikt best een recente versie van Chrome, Firefox, Safari of Edge.

Contact | Secretariaat
Martine Pollier
Zandstraat 324, 8200 Brugge
T +32 50 322 420
info@archipelvzw.be

Lezing

Koloniale architectuur in Congo

Door Johan Lagae
Vrijdag
30.01 2004
20:30

Het bouwkundig erfgoed van de voormalige Belgische kolonie is nog nauwelijks bekend. Nochtans betreft het een uitzonderlijk rijk erfgoed, dat zich via tal van invalshoeken laat benaderen.

Een vergeten bouwpatrimonium en een ‘gedeeld’ erfgoed

Hoewel internationaal een toenemende belangstelling valt te bespeuren voor het patrimonium uit de koloniale periode, is het bouwkundig erfgoed van de voormalige Belgische kolonie nog nauwelijks bekend. Nochtans betreft het een uitzonderlijk rijk erfgoed, dat zich via tal van invalshoeken laat benaderen.

In deze lezing, die zal geïllustreerd worden met heel wat historisch én recent beeldmateriaal, wordt op thematische wijze gegrasduind doorheen de architectuurgeschiedenis van het koloniale Congo. Daarbij zal duidelijk worden dat historisch onderzoek over dit bouwkundig erfgoed een andere kijk op de gecanoniseerde Belgische architectuurgeschiedenis mogelijk maakt. Het zijn niet in de eerste plaats de ‘grote figuren’ uit het moederland die in Congo het meest actief zijn geweest. Daarenboven hadden ontwikkelingen en debatten over de architectuurdiscipline in het moederland weliswaar vaak, maar niet altijd een weerslag in Congo. Tegelijk biedt zo’n onderzoek kansen tot een alternatieve lectuur van de Belgische kolonisatiegeschiedenis. Aan de hand van concrete voorbeelden zal immers worden getoond dat de structuur van het koloniale stedelijk weefsel of de planopbouw en vormgeving van individuele gebouwen, maar ook het gebruik van de door stadsplanners en architecten ontworpen ruimtes soms op frappante wijze duidelijk maken hoe het Belgische koloniale project in de praktijk werd geïmplementeerd en of deze implementatie al dan niet ‘geslaagd’ was.

In deze lezing zal met andere woorden niet alleen de rol van architecten, maar ook die van opdrachtgevers en diverse gebruikersgroepen aan bod komen. Ook zal worden ingegaan op het ambiguë erfgoed-statuut van de koloniale architectuur. De sterke visuele aanwezigheid van het koloniale patrimonium in Congo doet immers onmiddellijk de vraag rijzen in hoeverre deze gebouwen als ‘erfgoed’ vallen aan te merken, en zoja, tot wie dat ‘erfgoed’ behoort en voor wie het zinvol kan zijn als ‘geheugenplaats’.

Johan Lagae studeerde in 1991 af als burgerlijk ingenieur-architect aan de Gentse Universiteit. Na enkele buitenlandse studieverblijven en een stage bij architect Dirk De Meester werkte hij een tijdlang als projectmedewerker van de vzw Architectuur als Buur te Gent. Sinds 1994 is hij verbonden aan de vakgroep architectuur en stedenbouw van de Universiteit Gent, waar hij voornamelijk onderzoek verricht in het domein van de 20ste eeuwse architectuurgeschiedenis, onder meer rond architectuur in de kolonies en rond wereldtentoonstellingen. Hij publiceerde in diverse, hoofdzakelijk internationale tijdschriften (Feit & Fictie, Third Text, Docomomo Journal,…), schreef bijdragen in talloze boeken en tentoonstellingscatalogi (o.m. het recent verschenen Repertorium van de architectuur in België van 1830 tot heden), en stelde een overzichtscatalogus samen over de Frans-Belgische architect Claude Laurens, die in 2001 verscheen in de reeks Vlees en Beton. Begin 2002 behaalde hij een doctoraat met een proefschrift getiteld “Kongo zoals het is”. Drie architectuurverhalen uit de Belgische kolonisatiegeschiedenis (1920-1960). Momenteel werkt hij mee aan de voorbereiding van een grootschalige tentoonstelling over het koloniale verleden van Congo, gepland voor 2005 in het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (Tervuren).