Als je deze strook ziet is het best mogelijk dat onze website niet optimaal functioneert of zelfs niet werkt bij bepaalde onderdelen. Je gebruikt best een recente versie van Chrome, Firefox, Safari of Edge.

Contact | Secretariaat
Martine Pollier
Zandstraat 324, 8200 Brugge
T +32 50 322 420
info@archipelvzw.be

Lezing

Het Oostendse Kursaal en het Naoorlogs Patrimonium

Lezing door architect Jos Vandenbreeden
Vrijdag
15.05 1998
20:30

Precies een jaar geleden zou een banaal immobiliënproject het Oostendse kursaal doen verdwijnen achter een appartementengordel, in een combinatie van afbraak, nieuwbouw en ‘restyling’. Het project botste terecht op breed protest. Het casino-kursaal werd definitief geklasseerd.

Precies een jaar geleden zou een banaal immobiliënproject het Oostendse kursaal doen verdwijnen achter een appartementengordel, in een combinatie van afbraak, nieuwbouw en 'restyling' ...
Het project botste terecht op breed protest. Het casino-kursaal werd definitief geklasseerd.

Archipel vroeg Jos Vanderbreeden naar een terugblik naar de jaren 50. De architectuurwedstrijd en de ontwerpplannen van Leon Stynen. Zijn moeizame strijd rond het kursaalontwerp wordt gesitueerd in de geleidelijke opbouw van het na-oorlogse patrimonium in Vlaanderen.

Jos Vanderbreeden is directeur van het Sint-Lukasarchief dat onlangs de titel van ambassadeur van Vlaanderen verwierf. Hij is de medeauteur van tal van architectuurhistorische werken waaronder drie belangrijke naslagwerken in de reeks Architectuur in België (uitgeverij Lannoo) : "De 19e eeuw in België", "Art Nouveau in België" en "Art Deco en Modernisme in België".

Gelet op het Oostendse onderwerp, gaat de voordrachtavond dit keer niet door in het Brugse Leerhuys, maar in het theater 'De Illusie', Graaf de Smet de naeyerlaan 19 te Oostende (zie kaartje).
We hopen u talrijk te kunnen verwelkomen op deze terugblik naar de jaren van de wederopbouw en de architecturale ambities die in de 'fifties' een generatie bezielden.

HET OOSTENDS KURSAAL - KRONIEK VAN EEN KLASSERING

Toen Leon Stynen in augustus 1989 een oproep deed om het Oostendse Casino-kursaal niet af te breken, maar drastisch te renoveren ("Ik zou nog een programma kunnen opstellen als men het mij vraagt. Maar men vraagt mij niets. Ik vind dat schandalig"), was hij 90 jaar.
Op deze leeftijd wordt niemand blijkbaar 'au sérieux' genomen en de ambities lagen véél hoger. Een grootschalige nieuwbouwoperatie met toegevoegde horeca, residentiële en commerciële functies zou een nieuw kursaal genereren als batig saldo van een zeer ambitieus opzet dat bovendien de gemeenschap geen frank zou kosten. Ook de architecturale lat werd hoog gelegd.

Wie in de lente 1994, temidden het ambitieuze ontwerpgeweld van de architectuurwedstrijd nog voorzichtig pleitte voor bezinning en herontdekking van de potenties van het bestaande gebouw, werd als wereldvreemd beschouwd. Het gebouw had immers gaandeweg , door verwaarlozing, door verminkende toevoegingen, door functionele leegstand van de zeedijkzone zijn autoverdediging verloren. Zijn 'transparantie' zat al jaren verborgen achter gesloten gordijnen, panelen en wanden. De tapijten waren versleten, de aluminium ramen aan vernieuwing toe, de witsteen uitgeschuurd. Ook de architectuurkritiek was gedempt. Dit was niet het beste werk van Stynen, die erkende dat hij tijdens het ontwerp serieus werd tegengewerkt.

Maar de omvang en overcongestie draaide de wedstrijd zoals gekend, de nek om. Het gigantische autofinancierings-programma diende hetzij in zee, hetzij ondergronds, hetzij boven, hetzij rondom te worden opgelost. De plek was nu eenmaal niet groter dan ze was. Het winnend schiereiland-project Van Reeth haalde een hoog niveau, maar werd in zijn landschappelijk, stedenbouwkundig impact door de bevolking afgewezen. Het project Foster bleek een bouwkundig dilemma met zijn 'ondergrondse' bouwput-ambities en hotelbovenbouw. Andere inzendingen kwamen er architecturaal niet aan te pas.
De architectonische ambities (die het gebouw inmiddels de status hadden verleend van potentiële bouwgrond) werden opgeborgen. De wedstrijd had volstaan.

Bleef over : de status van potentiële bouwgrond. Investeerders en juristen, bijgestaan door 'nuchtere' architecten en interieurontwerpers zouden deze bouwgrond nu rijp maken in een 'no nonsens' aanpak.

In een fotoboek 'casino-memories' in 1994 werd door Marc Dubois en Hedwig Spelliers ("Ook moderne architectuur heeft recht ouder te worden") een laatste hommage gebracht. Schrijver Eric De Kuyper gaf het kursaal begin 1997 in zijn boek 'terug aan zee' een nostalgisch eresaluut.

In mei 1997 werden de contouren van het architecturale vriespunt duidelijk in een afbraak van de 'buitengordel' en appartementen nieuwbouw 10 hoog, én afbraak en restyling van de interieurs. Het BPA dat deze immobiliënoperatie moest mogelijk maken, werd in openbaar onderzoek gebracht.

Deze miskleun trok nergens meer op. De bezinning over kwaliteiten van het bestaande gebouw werd nu plots wel zéér actueel. Vijf vóór twaalf werd een comité Kursaal aan Zee opgericht dat op 8 juni 1997, met de moed der wanhoop, een pleidooi tot behoud en renovatie in een persconferentie lanceerde ... Met een sneeuwbaleffect als gevolg.

De media coverden de polemiek een maand lang, dagelijks, in nationale en regionale dagbladen, tijdschriften, TV en radio. Het comité kreeg de steun van architectuur- en architectenverenigingen (Archipel, Interbellum, CAD Centrum voor Architectuur en Design, Sint-Lukasarchief, Orde van Architecten Antwerpen en West-Vlaanderen, ICOMOS, KBKW, KORONA, DOCOMOMO Eindhoven, Fondation pour l'architecture Brussel, Center for conservation K.U.Leuven, stichting Stad en Architectuur Leuven, stichting Architectuurcentrum Amsterdam, Koninklijke Vereniging voor Natuur en Stedeschoon Antwerpen, Kulturele Raad Oostende en tal van culturele verenigingen ...

Driehonderd architecten en honderden prominenten uit het culturele leven in Vlaanderen, Brussel en Wallonië (samen meer dan 1.000 personen) steunden het pleidooi. Voor een architectuurzaak was een dergelijke mobilisatie (bovendien in volle vakantie) eigenlijk nog nooit vertoond.

Gesterkt door deze steun, diende het comité op 15 juli een aanvraag tot klassering in. Minister Martens reageerde zeer alert. Begin augustus werd het kursaal op de voorlopige lijst geplaatst. Een woordenwisseling tussen twee ministers sloot de zaak af.
Ook de plaatselijke bevolking zat intussen niet stil en tekende 13.000 bezwaarschriften die bij het afsluiten van het openbaar onderzoek kort daarop, samen met een lijvig bezwaarschrift van het comité werden ingediend.
Niemand nam nog de verdediging op van het betwiste immobiliënproject. Er was nooit een debat. Het was door ondraaglijke lichtheid in elkaar gezakt en voortijdig afgevoerd.

Op 25 januari 1998 werd het kursaal definitief geklasseerd. Binnenkort wordt een oproep naar kandidaat-ontwerpers voor de restauratie gelanceerd.

De cirkel is rond. De oproep van wijlen Leon Stynen, acht jaar geleden, wordt weer actueel.

Marc Felix