Als je deze strook ziet is het best mogelijk dat onze website niet optimaal functioneert of zelfs niet werkt bij bepaalde onderdelen. Je gebruikt best een recente versie van Chrome, Firefox, Safari of Edge.

Contact | Secretariaat
Martine Pollier
Zandstraat 324, 8200 Brugge
T +32 50 322 420
info@archipelvzw.be

Conciërge-isme

Hoe kan het gebouw de rol of attitude van de conciërge dragen?
Laure Machtelinckx en Romy Straetmans (Ismos)

Binnen de &co Barbapapa residentie op De Verffabriek werkten wij, Laure Machtelinckx en Romy Straetmans, het conciërge-isme uit. De interesse voor de rol van de conciërge ontstond uit een gedeelde interesse in onderhoud van collectief georganiseerde plekken.

De rol van de conciërge is een onderbelichte rol met een al te vaak negatieve bijklank, die dreigt te verdwijnen. Op veel plekken worden de taken steeds meer uitbesteed aan externe bedrijven of vervangen door technologie, zoals badge systemen. Waar de rol nog bestaat, krijgt hij vaak een andere naam: logistiek medewerker, gebouwbeheerder, operationeel medewerker… De taken van de conciërge variëren naargelang de context. De conciërge is niet enkel verantwoordelijk voor het onderhoud en de toegankelijkheid van het gebouw, maar heeft ook een niet te onderschatten sociale rol. De conciërge kan in sommige contexten de persoon zijn die je ontvangt, een koffie aanbiedt en een praatje slaat, die zo op de hoogte is van onderlinge verhoudingen en hoe het met iedereen gaat.









We zijn gestart met het nauwer definiëren van de rol aan de hand van een aantal werkwoorden: verwelkomen, onderhouden, bouwen, verblijven, kuisen, luisteren. Van daaruit werkten we het conciërge-isme uit. Een “isme” is een geheel van principes om naar de wereld te kijken, die de omgeving en menselijke interactie bepalen. Op die manier kan je een “isme” toepassen om een bepaalde plek of ruimte te herdenken. De principes liggen niet vast, maar zijn variabel. Ze kunnen evolueren of uitbreiden. We zien twee mogelijkheden om het conciërge-imse toe te passen op een specifieke plek:
Sociaal: hoe kunnen gebruikers en bezoekers de rol collectief in handen nemen?
Gebouw: hoe kan het gebouw de rol of attitude van de conciërge dragen?

We kozen ervoor om in de Verffabriek dieper in te gaan op de tweede optie. We bedachten een hele reeks mogelijke interventies. Het was onmogelijk om binnen deze residentie alle mogelijkheden verder te onderzoeken en uit te voeren. Vanuit het overkoepelende thema van de residentie, “Holding, hosting, happening”, focusten we daarom op de openheid en toegankelijkheid van het gebouw. Daarbij lieten we ons inspireren door een tekst van Wim Cuyvers, waarin hij schrijft dat het de horizontale vlakken zijn die de toegankelijkheid van een ruimte bepalen: een tafel, een luifel, een zitbank… Elementen waar je op kan zitten, rusten, spullen leggen of onder kan schuilen. Bovendien vonden we het belangrijk om zo veel mogelijk te werken met materiaal dat beschikbaar was. Dit resulteerde in een inklapbaar gevelbankje en een luifel die bescherming van de regen biedt. Boven de brievenbus maakten we ook een kleine legplank voor een koffie thermos en enkele koppen ter gebruik voor passanten. Zo kunnen bezoekers en voorbijgangers ook aan de gevel al zitten, rusten, schuilen of een kopje koffie nemen. Zelfs als de poort dicht is.









Binnen deden we een aantal kleinere interventies en acties. Vanuit dezelfde logica zijn we in de omgeving op zoek gegaan naar materiaal om bezems te maken. Het oorspronkelijke idee was om genoeg bezems te maken om deze vervolgens te verdelen in de wijk om aan de gevels van buurtbewoners te plaatsen. Het idee hierbij was om herkenning in de buurt te creëren en gedeeld onderhoud te visualiseren. Het bleek echter niet zo vanzelfsprekend om het juiste materiaal te verzamelen, dus plaatsten we drie bezems, als prototypes, aan de buiten- en binnenmuren van de Verffabriek.






Ten slotte was er ook een toonmoment in de Verffabriek. De interventies die we reeds hadden gemaakt, zoeken naar het niet-talige. Anders gezegd, het bankje, de luifel en de koffieplank waren het decor dat performde en dat was goed genoeg. Om toch nog te voldoen aan een klein onderzoek naar collectief gedragen onderhoud hebben we geëxperimenteerd met hoe het dweilen van de ruimte een collectieve activiteit zou kunnen worden, door sloffen te maken van Swiffer-dweilen: een collectieve maintenance dans, op de tekst “I don’t wanna do your dirty work, no more”, een nummer van Steely Dan, ‘Dirty Work’.