Modernisme versus traditionalisme
Deze voordracht handelt over het ontstaan en de ontwikkeling van het modernisme in België, vanaf de vooravond van de Eerste Wereldoorlog tot het eind van de vorige eeuw.
Meer dan elders ondervond het modernisme in België een sterke tegenstand van de behoudsgezinde krachten. Terwijl in Nederland en Duitsland zowel expressionisme als nieuwe zakelijkheid spoedig uitgroeiden tot ware stijlstromingen die beeldbepalend waren voor de nieuwe stedelijke uitbreidingen, bleef het modernisme in België tijdens het interbellum slechts een marginaal bestaan beschoren.
Spreker peilt naar de maatschappelijke oorzaken van deze gang van zaken, en traceert de ontwikkeling van protagonisten als Pompe, Eggericx, Hoste, Lacoste, Bourgeois, De Koninck, Stynen, (Eysselinck), Felix, Callebout en anderen.
Hij belicht de beeldende kwaliteit van hun projecten en plaatst ze in hun ideologische en stedenbouwkundige context.
Met name aan de kuststreek moest het modernisme optornen tegen een hardnekkig traditionalisme.
Toch was de demarcatie tussen beide stromingen verre van absoluut. Het modernisme bevatte tal van klassieke elementen en het traditionalisme conserveerde waarden die later door de modernen herontdekt werden. Wat aanvankelijk progressief was, kon zich mettertijd als conservatief ontpoppen. Bij bepaalde persoonlijkheden komen beide stromingen gelijktijdig voor, bij anderen vloeien ze in elkaar.