Expeditie en ode in Gent
Paul Robbrecht en Hilde Daem
Paul Robbrecht studeerde aan het Hoger Architectuurinstituut Sint-Lucas (1969-1974). Hilde Daem studeerde aan de Academie van Gent (KASK) (1970-1975).
Paul Robbrecht liep stage bij Marc Dessauvage en Hilde Daem bij Francis Serck. Na hun stageperiodes startten ze in 1975 samen een architectuurpraktijk. Deze leiden ze sinds 2012 samen met hun zoon Johannes Robbrecht.
Paul Robbrecht doceerde als professor aan de Academie van Gent (1978-1992), Sint-Lucas Gent (1992-2016), de AA School in Londen (1997-1998) en Universiteit Gent (vanaf 1999).
Hilde Daem was van 2000 tot 2007 voorzitter van de welstandscommissie van de stad Antwerpen en lid van de raad van bestuur van verschillende Vlaamse cultuurhuizen, zoals Concertgebouw Brugge (vanaf 2010) en het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen (200-2018). Van 2016 tot 2018 was ze voorzitter van de raad van bestuur van Herita.
“Van een duiventil in het Nederlandse Dorst tot de Concertzaal in Brugge, van een kunstgalerij in White chapel tot het Stadsarchief van Bordeaux, het oeuvre waaraan Robbrecht en Daem Architecten sinds de oprichting in 1975 heeft gewerkt, heeft een verscheidenheid en maturiteit ontwikkeld die op het internationale toneel opvalt.”
“Men kan zich moeilijk van de indruk ontdoen dat Paul Robbrecht en Hilde Daem, sinds hun eerste realisaties, zorgvuldig en weloverwogen bouwen aan een geheel eigen oeuvre, waarin de relatie tussen beeldende kunst en architectuur centraal staat. Toch benadrukken ze steeds de dienende rol van de architectuur, die de kunst ter wille moet zijn en niet zelf alle aandacht naar zich toe moet trekken. De aantrekkingskracht van hun werk schuilt in het feit dat de realisaties nooit helemaal hun betekenis prijsgeven en in de complexiteit en contradicties, die de architecten eerder opzoeken dan uitsluiten. Het artistieke karakter van hun werk heeft niet zozeer te maken met de — vaak letterlijke — aanwezigheid van kunst, maar met de eigenschappen van de architectuur zelf.”
Dieter Declercq
Het bureau Robbrecht en Daem architecten (2007)
Filip Dujardin
Filip Dujardin
Filip Dujardin
“In een verpauperd deel van Gent, tegen de achtergrond van nabijgelegen hoogbouwflats, hebben Robbrecht en Daem een bestaande houtwerf omgebouwd tot nieuwe architectuurateliers. Het dak van de loods, begin jaren zeventig gebouwd door houtconstructiebedrijf De Coene, is gedeeltelijk ontmanteld. De werkvloer is een buitenruimte geworden die plaats biedt aan een arboretum, een zwembad en een grote open ruimte voor voorstellingen.”
Masterplan Academiestraat (2012-heden)
Bert Callens
Bert Callens
“Het project behelst de herontwikkeling van een binnenstedelijk bouwblok in het centrum van Gent tot negentig wooneenheden, deels nieuwbouw en deels ondergebracht in de beschermde monumenten van de voormalige Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en brandweerkazerne. Deze bestaande gebouwen flankeren een nieuwe semi-publieke binnenstraat die als ruggengraat dient voor de herontwikkeling van het gehele blok. De binnenstraat sluit aan op twee nieuwe appartementsgebouwen op het binnenplein die ingebed zijn in een complex van publieke en private tuinen, en omgeven door nieuwe volumes die het blok vervolledigen aan de Molenaarstraat, de Brandweerstraat en de Sint-Margrietstraat.”
De Kanaalhuizen aan de Coupure (1997)
Kristien Daem
Kristien Daem
Wooncomplex langsheen de Coupure, dat zich door zijn verticale raamgeleding harmonisch in het straatbeeld integreert. De klassieke geleding van het geheel is afgestemd op de omliggende bebouwing. De woonunits, boven een publieke plint, zijn georganiseerd rond een ruime binnenplaats.
De Boekentoren van Henry Van de Velde (2007-heden)
Kristien Daem
Kristien Daem
Kristien Daem
De Centrale Bibliotheek van de Universiteit Gent, ontworpen door Henry van de Velde in de jaren 1930, wordt gerestaureerd en aangepast aan de huidige eisen van bibliotheekgebruik en conservering. Daartoe wordt naast de HIKO, die deel uitmaakt van het oorspronkelijke complex, een inkom gebouwd die rond de binnentuin een nieuwe opeenvolging van ruimtes genereert. Deze omvat onder meer een café/leeszaal, een overdekt terras (dat Van de Velde zelf had ontworpen) en werkruimten voor het individueel of in groep behandelen van digitale gegevens. Samen met de nodige technische aanpassingen en het volledig toegankelijk maken van de observatieruimte bovenin de toren, krijgt het gebouw door deze opruiming weer zijn waardigheid als studie- en leesplek.”
Het Rijksarchief (2014)
Filip Dujardin
Filip Dujardin
Filip Dujardin
“Het nieuwe volume is zorgvuldig afgestemd op de schaal van de omliggende bebouwing. Het robuuste hoekpand volgt het patroon van de straat waaraan het grenst, terwijl het achterliggende volume zich houdt aan de kroonlijsthoogte van de omliggende straten en stegen. De beglaasde entree is doorgetrokken in een doorlopende transparante horizontale band die het gebouw omsluit. Een deel van het archief is ondergronds ondergebracht. Dit maakt ruimte vrij voor een klein openbaar plein aan de achterzijde, te midden van deze dichte 19e-eeuwse stedelijke omgeving.”
De Stadshal (2012)
Marc De Blieck
Marc De Blieck
“Na twee afbraakcampagnes voor een wereldtentoonstelling in 1913 en een nooit gebouwd administratief centrum in de jaren ’60, verwerd het historische hart van Gent decennialang tot een desolate parking tussen een suite van drie aan elkaar grenzende gotische torens. In twee opeenvolgende wedstrijden tussen 1996 en 2005 stelden Robbrecht en Daem architecten en Marie-José Van Hee architecten hun eigen programma voor, tegen de oorspronkelijke wedstrijdvereiste in. In plaats van alleen een open ruimte voor evenementen te bieden, probeerden zij, door een markthal nauwgezet te plaatsen, deze tekortkoming te verhelpen en de aanwezigheid van oude stedelijke gebieden die onherkenbaar waren geworden, te herstellen. Het gebouw positioneert zich tussen de Poeljemarkt, het Goudenleeuwplein en een nieuw lager gelegen ‘groen’ dat aansluit op de brasserie, de fietsenstalling en de openbare toiletten onder de hal. En hoewel het gebouw duidelijk een positie inneemt op het 24.000 m2 grote terrein, past het er goed in. In vergelijking met de Sint-Niklaaskerk, het Belfort en de kathedraal neemt het de hoogte aan van een lagere groep gebouwen, zoals het aangrenzende stadhuis, waaraan het mathematisch zijn profiel ontleent.”
Teksten: website Robbrecht & Daem architecten