De architectuur van de stad - het Europakruispunt
Midden in het hart van Brussel, ingeklemd tussen de laagstad – stad van mensen, bewoners, kunstenaars, kunstenmakers, bezoekers, “flaneurs” van alle soorten – en de hoogstad – stad van macht, geld, aanzien, verkeer- ligt een parkeerterrein met benzinestation. Een leeg stuk Brussel, leeg in de zin van niet bedekt met gebouwen, maar vol geschiedenis. Dit lapje leegte is een overschot van een eeuw grootstedelijke ingrepen en speculaties. Zo lang reeds vormt dit stadsdeel het onderwerp van een haast klassiek stedelijk drama waarin geen enkele glansrol ontbreekt: koning, burgemeester, speculant, architect, bewoner. Ik zal hier geen bloemlezing uit dit wat versleten meesterwerk naar voor brengen. Interessanter voor onze bijeenkomst hier is het feit dat ditzelfde Europakruispunt ook de voorbije twintig jaar reeds een geliefde opgave bleek te zijn van allerhande architectuurwedstrijden, tegenprojecten, eindwerken, e.d. Ter gelegenheid van ons eerste forum “architectuur van de stad”, brachten we dan ook een overzicht bijeen van 20 jaar ontwerpvoorstellen voor het Europakruispunt. Uit de verwarrende veelheid van voorstellen kwam niet direct de goede oplossing voor dit stukje Brussel naar voor. Op heel wat recente architectuurbenaderingen, die alle ooit met klem hun grote gelijk benadrukten, leek reeds behoorlijk wat sleet te zitten. Een illustratie van de waanzinnige snelheid waarmee architectuurvertogen en stijlen versleten worden werd duidelijk hoe in nauwelijks twintig jaar tijd de architectuur in totaal uiteenlopende richtingen krampachtig een uitweg zocht uit de grote architectuurcrisis die ergens halverwege de jaren zestig begon. De architectuur van de stad, struikelsteen van de Moderne Beweging blijft daarbij het architectuurvraagstuk bij uitstek.
De lezing bespreekt een keuze uit de ontwerpvoorstellen gemaakt voor het Europakruispunt te Brussel tussen 1967 en 1984.
Een architectuur bedenken voor dit lege hart van Brussel was blijkbaar een voortdurende uitdaging voor heel wat architekten en architektuurverenigingen. In de ontwerpen van o.m. Planning (1970), ARAU (1969, 1976, 1984), La Cambre (1978), Deleu (1969), Baines (1983), Crepain (1983), Dams (1984), Beel, Neutelings en De Geyter (1983) kan men een ingrijpende ontwikkeling lezen in het benaderen van de stad “als substantie van architektuur”.
Het verhaal van het Europakruispunt handelt over één generatie architekten.
Eruit blijkt dat architektuur wat te zeggen heeft over de stad.
De spreker waarschuwt echter voor het wat droeve einde.
Andre Loeckx
13 januari 1949, Halle
Burgerlijk Ingenieur-architekt 1972, K.U.Leuven
stage bij Paul van Aerschot 1972-1974
architektuurpraktijk in Algerije 1974-1977
assistent departement Architektuur K.U.Leuven 1978-1982
doctoraat Toegepaste Wetenschappen (architektuurteorie) K.U.Leuven 1982
docent architektuurteorie en koördinator Werkgroep Architektuurgeschiedenis en teorie, K.U.Leuven 1982-