2016
Wonen
Tegen 2030 moeten 330.000 bijkomende gezinnen gehuisvest worden. Voor een deel daarvan zullen nieuwe woningen moeten worden gebouwd. Hoe kunnen deze woningen bijdragen tot een beter ruimtelijk beleid in Vlaanderen, dat een verdere suburbanisatie en versnippering van het woonareaal tegengaat? Hoe kunnen we aantrekkelijk een betaalbare woonomgevingen realiseren op een sociaal geïntegreerde wijze? Hoe kunnen we individuele woonwensen opvangen met minder maatschappelijke lasten en kosten? Met welke woonprojecten kunnen we daadwerkelijk een trendbreuk realiseren in de Vlaamse woningproductie?”
Binnen het huidige discours over mogelijke oplossingen voor diverse, acute woonproblematieken in Vlaanderen worden nieuwe, collectieve woonvormen vaak naar voren geschoven. De toenemende bevolking, veranderende gezinsstructuren en de afnemende hoeveelheid vrije ruimte dwingen onze generatie om creatiever om te springen met wonen en ontwerpen. De vaste waarden en tradities die lange tijd golden als excuus voor de zogenaamde baksteen in de maag van alle Belgen komen al lange tijd niet meer overeen met de noden van de acute maatschappelijke woon- problematiek. Wij moeten het traditionele woonmodel herde- finiëren en nieuwe, duurzamere woonmodellen ontwikkelen.
Vlaanderen blijft de meest versnipperde en verkavelde regio van Europa. Het ruimtebeslag van de harde functies als wonen, industrie, intensieve landbouw, wegen en mobiliteit is groot. Ondanks de beperkte oppervlakte en een hoge bevolkings- dichtheid springen we allerminst zuinig om met de ruimte. Bebouwing in Vlaanderen is zeer sterk verspreid, zonder duidelijk patroon. Nog steeds bebouwen of verharden we dage- lijks 7,5 ha (of 15 voetbalvelden) ten koste van de open ruimte.
Vlaanderen heeft – na Monaco en Vaticaanstad – de grootste verharde oppervlakte per vierkante meter ter wereld en het dichtste wegennet van Europa. Als Vlaanderen aan hetzelfde tempo open ruimte blijft innemen zal, volgens een studie van de KULeuven, in 2050 meer dan 40% van de beschikbare ruimte volgebouwd zijn.2 De stadsvlucht van de vorige decennia heeft ervoor gezorgd dat het wonen vooral gebeurt in grote verkavelingen in buitengebieden, in versprei- de bebouwing en lintbebouwing, met lage dichtheid. Hierdoor zijn er teveel verkeersgenererende functies zoals baanwinkels, winkelcentra, bedrijventerreinen. Natuurgebieden worden opgeknipt en zijn te klein en te versnipperd, waardoor ze kwets- bare dier- en plantensoorten verliezen. Vlaanderen is één van de dunst beboste gebieden van Europa en toch wordt er nog veel bos gekapt. Als we niets doen en Vlaanderen aan dit tempo open ruimte blijft innemen, zal tegen 2050 de Vlaamse ruit bijna helemaal volgebouwd zijn. De huidige situatie dient een halt te worden toegeroepen! Op welke manier kan er gestreefd worden naar een goede leefomgeving? Hoe kan betaalbaar en goed wonen gerealiseerd worden? Kwaliteitsvol wonen is immers de uitdrukking van het functioneren van een samenleving, van het functioneren van een beleid. De huidige woonconcepten zijn achterhaald. Het traditionele wonen wordt uitgedaagd door innovatieve woontypologieën. Niet alleen de woonvorm dient herdacht te worden, ook dienen we op zoek te gaan naar nieuwe vormen van collectief opdrachtgeverschap en andere visies op grondgebruik. Maatschappelijke uitdagingen zoals grondschaarste, betaalbaarheid, milieubescherming, mobiliteit, vergrijzing en gezinsverdunning, zijn daar onlosmakelijk mee verbonden.