Als je deze strook ziet is het best mogelijk dat onze website niet optimaal functioneert of zelfs niet werkt bij bepaalde onderdelen. Je gebruikt best een recente versie van Chrome, Firefox, Safari of Edge.

Contact | Secretariaat
Martine Pollier
Zandstraat 324, 8200 Brugge
T +32 50 322 420
info@archipelvzw.be

Bruno Taut

Bruno Julius Florian Taut (°Königsberg, 4 mei 1880 – †Istanbul, 24 december 1938) was een Duits architect, stedenbouwkundige en publicist.

Taut volgde een opleiding tot architect in Koningsbergen aan de school voor bouwnijverheid. In 1902 verhuisde hij naar Berlijn waar hij ging werken bij Jugendstilarchitect Bruno Möhring die naar Weens voorbeeld (Otto Wagner) onder andere de Hochbahn ontwierp en bouwde. Tussen 1904 en 1908 werkte hij in Stuttgart bij professor Theodor Fischer, de leidende architect van de traditionalistische Zuid-Duitse school. Taut kreeg er de kans zijn eerste zelfstandig werk te maken, waarbij de verzelfstandiging van de kleurtoepassing opvalt. Vervolgens keerde hij terug naar Berlijn om er aan de Technische Hogeschool te Charlottenburg kunstgeschiedenis en stedenbouw te studeren.

Vanaf 1908 leidde hij een eigen bureau als architect. Hij ontwierp een eenvoudig turbinenhuis, en daarna een aantal woongebouwen sterk beïnvloed door Otto Wagner. Een bekend werk is het palazzoachtige woongeheel (Siedlung) Kottbuserdam met sterk geprofileerde gevels en het perspectivisch aanwenden van kleurtonen en schaduwen. Zijn oudere collega Herman Muthesius stelde hem voor om een studiereis te ondernemen naar Engeland om de tuinsteden te bestuderen. Muthesius stelt Taut ook voor aan Walter Gropius, een van de leidende figuren van de Deutscher Werkbund.

Na de Eerste Wereldoorlog trachtte hij de Novemberrevolutie uit te breiden tot het kunstendomein. Samen met Gropius en Hans Scharoun eistte hij het slechten van de huidige fundamenten van de architectuur en de verdwijning van de persoonlijkheid van de kunstenaar. Tussen 1921 en 1924 bekleedde Taut de functie van stadsarchitect in Maagdenburg waar hij in zijn ontwerpen kleur als zelfstandig element benadrukte. Tussen 1924 en 1931 was hij hoofdarchitect van de Berlijnse particuliere onroerendgoedbedrijf GEHAG en bouwde in die periode twaalfduizend woningen. Met zijn team werkte hij verschillende wooncomplexen (Gross-Siedlungen) uit waaronder de Hufeisensiedlung (Hoefijzernederzetting) in Berlijn-Britz.

Vanaf 1930 was Taut werkzaam als hoogleraar Stedenbouw aan de Technische Hogeschool in Berlijn-Charlottenburg. In 1932 kreeg hij een opdracht in Moskou voor de inrichting van een kantoor voor het stadsbestuur. In 1933 keert hij ontgoocheld terug naar Berlijn. Door de nazi’s werd Taut voor ‘cultuurbolsjewiek’ uitgemaakt en zijn hoogleraarschap werd hem afgenomen. Hij vluchtte naar Zwitserland en vestigde zich vervolgens in Takasaki, Japan. Hij schreef hier drie boeken over de Japanse architectuur. In 1936 bood Turkije Taut een functie als hoogleraar architectuur aan de Academie voor Schone Kunsten in Istanboel aan. Taut nam de baan aan en was daarnaast in Turkije als architect werkzaam. In Turkije ontwierp hij onder meer zijn eigen woning in Istanboel en scholen in Ankara en Trabzon. Hij overleed in 1938 op 58-jarige leeftijd te Istanboel aan een astma-aanval. Vlak voor zijn dood ontwierp hij de katafalk van Atatürk. Als eerste niet-moslim werd hij begraven in de begraafplaats voor martelaren in Edirnekapı.