OMA
OMA (Office for Metropolitan Architecture) werd in 1975 opgericht door Rem Koolhaas, Elia Zenghelis, Madelon Vriesedorp & Zoe Zenghelis.
Het bureau wordt geleid door zeven partners: Rem Koolhaas, Ellen van Loon, Reinier de Graaf, Shohei Shigematsu, Iyad Alsaka, David Gianotten en algemeen directeur Victor van der Chijs.
(Remment Lucas) Rem Koolhaas (°Rotterdam, 17 november 1944) won de PRitzkerprijs in 2000.
Koolhaas is de zoon van schrijver en filmcriticus Anton Koolhaas. Zijn grootvader was de architect Dirk Roosenburg (1887-1962). Tussen 1952 en 1956 woonde het gezin Koolhaas in Indonesië. In Nederland ging Koolhaas naar de Nederlandse Filmacademie, waar hij zich specialiseerde in scenarioschrijven en samen met Jan de Bont, Frans Bromet, René Daalder, en Samuel Meyering in 1965 de 1,2,3 Groep vormde. Hij schreef onder andere het scenario voor De Blanke Slavin (1969; samen met Daalder). Ook werkte hij als journalist bij de Haagse Post. Van 1968 tot en met 1972 studeerde hij architectuur aan de Architectural Association School (AA) in Londen. Koolhaas verwierf in 1972 een beurs om een tijdlang in de Verenigde Staten te verblijven. Hij studeerde aan de Cornell University en werd daarna visiting fellow aan het Institute for Architecture and Urban Studies in New York.
Een invloedrijk boek van Koolhaas is Delirious New York, a retroactive manifesto, dat in 1978 verscheen en waarin Koolhaas probeerde de filosofie van Manhattan bloot te leggen. Een filosofie die nooit expliciet geformuleerd is, maar tot uiting komt in de verschillende ontwikkelingen die Manhattan en New York gevormd hebben; van Coney Island tot Radio City Music Hall en van Central Park tot Rockefeller Center. Op de omslag van het boek staat een schilderij van Vriesendorp afgebeeld. Het verbeeldt het Empire State Building samen met het Chrysler Building in bed nadat ze de liefde hebben bedreven; een verwijzing naar de erotiek en de opwinding van “Delirious New York”.